Zoektocht naar twintigjarige drenkeling intensiveert

door

Tekst en beeld Samuel Wens

BOVEN-SURINAME — Het lichaam van de twintigjarige N., die maandag bij het vakantieoord Menimi in de rivier verdween, is nog steeds niet geborgen. Vanaf het ongeval wordt er constant door medewerkers van het oord en bewoners van omliggende dorpen in boten op de rivier gevaren in de hoop het lichaam te spotten. Districtscommissaris Humphrey Jeroe houdt de Ware Tijd vrijdag (vandaag) voor dat duikers van het Korps Brandweer Suriname zaterdag zullen worden ingezet om te helpen bij de zoektocht.

N. en zijn familie verbleven vanaf zaterdag bij Menimi. Het gezin zou maandag terugkeren naar de stad. Het slachtoffer, een oudere broer en de stiefvader besloten nog een laatste keer te gaan zwemmen toen het noodlot toesloeg. Een medewerker had de Ware Tijd na het voorval aangegeven dat geen van de drie mannen goed kon zwemmen.

“De gasten moeten weten waar te zwemmen, vanwege de diepte en snelheid van het water in bepaalde delen van de rivier”Gids

Vanwege het ongeval besloot de rouwende familie niet meer maandag te vertrekken. Uiteindelijk verlieten ze donderdag het oord. Bij aanmeerplek Atjoni werden ze door familieleden uit de stad opgewacht en naar huis begeleid. De krant heeft vernomen dat het allemaal teveel werd voor de moeder van N. Ze werd met een ambulance naar een ziekenhuis in Paramaribo overgebracht.

Oord niet gesloten

Jeroe zegt tegen de Ware Tijd dat hij de politie van Atjoni naar het oord heeft gestuurd met een vertegenwoordiging van het commissariaat voor oriëntatie en controle. “Het oord is niet gesloten”, benadrukt hij. Volgens de burgervader zijn er wel instructies gegeven en afspraken gemaakt over de veiligheid op het resort.

Een ervaren gids vertelt aan de krant dat er heel veel uitdagingen zijn voor de vakantieoorden. Hij pleit voor standaarden en regels, zogenaamde ‘omgangsvormen’ voor de toeristen en oorden. “De gasten moeten weten waar te zwemmen, vanwege de diepte en snelheid van het water in bepaalde delen van de rivier.”