Redactionele reeks – 50 jaar Srefidensi: Suriname in spiegelbeeld
Vijftig jaar na de staatkundige onafhankelijkheid van Suriname, blikt musicus, medicus, politicus en activist drs. Willem (Wim) Bakker met gemengde gevoelens terug op het proces van nationale ontwikkeling. In een gesprek met Dagblad . stelt hij dat de dekolonisatie van 1975, niet geleid heeft tot een stabiele nieuwe orde, maar juist tot “fragmentatie en etnische polarisatie”.
Volgens Bakker was de belofte van nationale ontwikkeling, dat alle groepen zich in de natie zouden kunnen herkennen, zich veilig zouden voelen en in vrede zouden kunnen samenleven. “Dat is niet gelukt”, zegt hij. “De samenleving is eerder verder gesegmenteerd geraakt. Het bestuur is verzwakt, want er is geen centraal gezag meer dat door iedereen wordt gerespecteerd. Niet dat ik de koloniale tijd goed praat, maar toen bestond er tenminste een zekere orde.”
Bakker stelt dat Suriname de weg van de onafhankelijkheid naar nu de overgang van een rechtsstaat naar een machtsstaat, heeft doorgemaakt. “De bedoeling was dat wij een rechtsstaat zouden opbouwen. In plaats daarvan zijn we terechtgekomen in een politieke cultuur, die machiavellistisch is: de vriend van mijn vijand is ook mijn vijand. Politiek is verworden tot een oorlogscultuur.”
De musicus en denker, die in de jaren tachtig ook de SuriPop-wedstrijd won met het lied: ‘Mi sa tan’ (geschreven met Erik Refos), kijkt met nostalgie terug naar de jaren vóór en kort na 1975. “Dat was een bloeitijd van Suriname. De literatuur, de kunst, de wetenschap, alles stond in volle bloei. We hadden grote verwachtingen. Er was optimisme, vertrouwen, hoop. Nu is dat veranderd in cynisme en wantrouwen. Het vertrouwen in de toekomst is grotendeels verdwenen.”
Over het bestuur is Bakker uitgesproken: “De bestuurscultuur is achteruitgegaan. Vroeger was er een gepaste afstand tussen bestuurders en bevolking. Een districtscommissaris had sympathie voor de mensen, maar geen persoonlijke belangen daar. Nu zie je dat bestuurders te nauw verbonden zijn met lokale netwerken, families en economische belangen. Dat tast hun objectiviteit aan.”
De morele achteruitgang ziet hij niet alleen in het bestuur, maar in de samenleving als geheel. “Door de technologische en sociale veranderingen hebben mensen elkaar steeds minder nodig. Vroeger leerde je moraal door omgang met anderen, door samenwerking, competitie, sport, gemeenschap. Nu leven mensen achter schermen. Moraal ontwikkelt zich niet in isolatie.”
Volgens Bakker is de dienstbaarheid aan het volk vervangen door cliëntelisme. “Er is nog wel dienstbaarheid, maar die is beperkt tot de eigen achterban c.q. kring. De achterban krijgt vergunningen, grond en voordelen. Dat is geen nationale dienstbaarheid, dat is vriendjespolitiek.”
Over de rol van religie en politiek zegt hij dat beide domeinen gescheiden moeten blijven, maar dat religieuze waarden wel richting kunnen geven. “Politiek is in wezen een edele cultuur, gericht op overleg en evenwicht. Ze hoort boven religie en etniciteit te staan, omdat ze het gedeelde belang van vrede en veiligheid moet dienen.”
Ook het onderwijssysteem moet volgens Bakker vernieuwd worden. “Ons onderwijs sluit niet aan bij de uitdagingen van deze tijd. Het moet meer verbonden zijn met de realiteit van de samenleving. Niet een centraal opgelegd curriculum, maar leren rondom echte problemen, zoals wateroverlast of milieuvraagstukken. Daar leer je pas kritisch denken en samenleven.”
De relatie tussen burger en overheid noemt hij verzwakt. “De burger vertrouwt de ambtenaar niet meer, en de ambtenaar behandelt de burger onbeleefd. Corruptie en slechte dienstverlening, ondergraven het vertrouwen. En de machtsstrijd aan de top sijpelt door naar beneden. Zo vergiftigt de machtspolitiek de moraal in het hele land.”
Als grootste vergissing in vijftig jaar onafhankelijkheid noemt Bakker het klakkeloos overnemen van het westerse model van parlementaire democratie. “Dat werkte misschien toen we nog deel waren van het Koninkrijk, maar niet in een land dat uit zoveel verschillende gemeenschappen bestaat. Suriname is eerder een ‘imperium van naties’ dan een homogene natie. We hadden beter kunnen kiezen voor een federale staatsstructuur, waarin de culturele en etnische diversiteit grondwettelijk wordt erkend.”
We moeten zegt Bakker, opnieuw leren wat het betekent om één volk te zijn. ‘’Niet door uniformiteit, maar door respect voor verschil. Pas dan kan Suriname echt onafhankelijk zijn.’’
The post Wim Bakker: ‘We moeten leren één volk te zijn’ ..
- Zeggen: ‘PALU vertoont a-no-mi gedrag’..
- Man beroofd in het centrum..
- Column: De steiger van Leonsberg en het failliet van fatsoe…..
- Definitieve afwikkeling herschikking Oppenheimerschulden 6 …..
- Somohardjo: Genoeg is genoeg – misstanden bij gronduitgifte…..
- Rozenhout vermoedt ‘aanbieder’ als schuldige bij nepgoud Gr…..
- Aluku-granman Glunder: “Koning moet niet met lege handen na…..
- MAS organiseert van 6 tot 8 november Maritieme Open Dagen..
- Benoeming Elias als pres-com Staatsolie goedgeurd tijdens A…..
- Terugkeer van het Constitutioneel Hof..
- Tweede voortvluchtige in moordzaak Peterhof geeft zich over..
- Surinaams-Nederlandse wint Miss Voluptuos International ver…..
- MAS houdt Maritieme Opendagen 2025..
- Rudolf Elias keert terug als president-commissaris van Staa…..
- Overheid en bedrijfsleven lanceren KRIN-campagne voor een s…..
- Huur: ‘We werken aan oplossingen, maar vragen ook begrip en…..
- Mohamed wordt parlementslid ondanks Amerikaanse aanklacht..
- Ruim 2000 spookambtenaren krijgen laatste kans zich te regi…..
- Verdachten van moord op Peterhof aangehouden..
- Vermiste jongeman (26) dood aangetroffen langs Sir Winston …..
- Elias, president-commissaris Staatsolie:..