Wet op de Staatsschuld gewijzigd met kamerbrede ondersteuning

door

Dinsdag is de Wet op de Staatsschuld met algemene 36 stemmen gewijzigd in De Nationale Assemblée (DNA). Coalitie en oppositie hebben ondersteuning gegeven aan deze wet, die de overschrijding van het schuldplafond per juli 2025 wettelijk verankert en tijdelijk ruimte creeërt voor de regering om, ten behoeve van de begrotingsfinanciering, nieuwe schuldverplichtingen aan te gaan.

“Een macro-economische stabiliteitsverantwoordelijkheid van de staat ligt dus ook bij ons. We hebben meer parlementaire goedkeuring afgedwongen en een planmatige sanering”. Dit zei de parlementsvoorzitter Michael Adhin na de aanname van de wet. De voorzitter gaf aan dat met deze wijziging is verankerd dat elke overschrijding van het obligoplafond slechts kan plaatsvinden onder strikte voorwaarden, voorzien van een schuldstrategie, waarbij jaarlijks door de minister van Financiën en Planning het staatschuldenplan wordt ingediend samen met de staatsbegroting.

Verder wees Adhin op de beperkte overgangstermijn van artikel 28, waarmee dit parlement een helder signaal afgeeft van begrotingsdiscipline en tijdige schuldnormalisatie. In artikel 18 is een plaatsvervangend Administrateur-Generaal opgenomen, wat continuïteit waarborgt. Er is meer transparantie en parlementaire goedkeuring afgedwongen, evenals een planmatige sanering.

“Het doet me goed om te merken dat we als parlement met gezamenlijk inspanning kunnen komen tot dit resultaat. Ik zeg dat we het vaker op deze manier kunnen doen. Kijken waar we elkaar kunnen vinden maar ook om open te staat voor kritiek. Niet alleen kritiek van het parlement, maar ook van daarbuiten. Het heeft ons scherp gehouden”, zei Rossiellie Cotino, initiatiefnemer van de wet.

Volgens de voorzitter van de Commissie van Rapporteurs (CvR), Rabindre Parmessar is er tijdens de behandeling van de wet geluisterd naar de samenleving en was er sprake was rust en overtuigend discussiëren. “De coalitie en de regering kunnen de oppositie niet verwijten dat wij hen dwars willen liggen”, zei Asiskumar Gajadien, die ook lid is van de CvR. Hij roept het gezamenlijk parlement op om de verantwoordelijkheid te nemen en om erop te staan dat er niet zodanig wordt geleend dat we een extra druk word gelegd op de samenleving.

“We merken dat we elkaar kunnen vinden. We dienen maar één belang, en dat is het belang van Suriname. Die eed hebben we afgelegd. Ik waarschuw wel voor gematigd optimisme. Hoe positief de verwachtingen ook zijn, dat ontslaat ons niet van de verplichting om de regering erop te wijzen dat nu een strenge begrotingsdiscipline moet worden gehandhaafd,” aldus mede-initiatiefnemer Jerrel Pawiroredjo.

“We moeten vaker naar elkaar luisteren. Het is heel belangrijk om vast te houden aan de begrotingsdiscipline. Het is best wel een unicum hoe dit tot stand is gekomen,” aldus Stanley Betterson (initiatiefnemer). “Wanneer je naar elkaar luistert, ontstaat er wijsheid en ontstaan er verschillende inzichten. Ik denk dat dit de eerste stap is om te demonstreren dat, ook al zijn we het niet altijd met elkaar eens. Ik wil aan de samenleving dat we nooit onze controlerende taak zullen opgeven,” aldus Steven Reyme (initiatiefnemer).

Ronny Asabina (initiatiefnemer): “Waar we rekening mee hielden — dat het een zware bevalling zou zijn — zijn de zaken heel soepel verlopen. Dat is het resultaat van een coöperatieve opstelling en partij overstijgend werken.” De ontwerpwet werd op 19 september 2025 ingediend door de leden Cotino, Asabina, Betterson, Bronto Somohardjo en Reyme. Naast Parmessar en Gajadien zaten verder in de CvR: Jennifer Vreedzaam, Kishan Ramsukul, Ines Pané, Jeffrey Lau en Wedprekash Joeloemsing.

..