Waarnemend TCT-directeur Prijor: achterstanden NVB niet door ons veroorzaakt

door

Er zijn achterstanden in de uitbetaling van bus- en boothouders van het Nationaal Vervoersbedrijf (NVB), zo heeft de waarnemend directeur van het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), Verno Prijor, bevestigd. Volgens hem is de situatie niet door zijn ministerie veroorzaakt.
“We hebben alle stukken opgemaakt en opgestuurd naar het ministerie van Financiën en Planning. Het administratieve werk dat nodig is voor de uitbetaling is volledig uitgevoerd,” aldus Prijor.
“We hadden al twee maanden uitbetaald, maar de achterstand is opnieuw opgelopen. Daar kunnen wij niets aan doen. De achterstand bestond al, maar intussen is alles naar Financiën en Planning gestuurd. Waarom de mensen nog niet zijn uitbetaald, weten we niet,” zei hij verder.
De bus- en boothouders van NVB zijn het bedelgedrag zat. Volgens de ondervoorzitter van de Bond voor Bus- en Boothouders in Suriname (BBBS), Vikash Nanhoe, zijn de uitbetalingen al zes tot zeven maanden achterstallig. “Wij, de bus- en boothouders die voor NVB rijden, hebben momenteel een achterstand van april tot september. Met oktober erbij loopt het straks op tot zeven maanden. Dit is te lang,” klaagt Nanhoe tegenover Suriname suriname.
De leden van de BBBS geven aan dat een actie niet is uitgesloten. “We kunnen elk moment in actie gaan en de bussen op straat zetten. De bussen moeten getankt worden, en daarom laten we ze op straat staan totdat alle achterstanden zijn uitbetaald. Dit is te lang wachten,” stellen ze. In het verleden hebben grote bedrijven voor NVB gereden, maar zijn hun bussen verloren; nu merken de leden op dat het NVB-gedrag vergelijkbaar is.
Nanhoe benadrukt dat de scholen pas zijn begonnen en dat de bus- en boothouders de dienstverlening niet willen laten stagneren. Tegelijkertijd geven zij aan dat, als de overheid niet op tijd uitbetaalt, zij geen andere keuze hebben dan hun werk neer te leggen.
Ze uiten hun frustratie over het voortdurende bedelgedrag en het feit dat zij telkens actie moeten voeren om hun uitkeringen te ontvangen, terwijl het ministerie op de hoogte is van hun recht op tijdige betaling.