VSB: Gezamenlijke aanpak nodig voor havenveiligheid

door

PARAMARIBO — De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) heeft overleg gevoerd met verschillende stakeholders naar aanleiding van de recent uitgegeven Port Security Advisory van de U.S. Coast Guard. Het gaat erom dat per ingaande 17 september, vaartuigen die Suriname als één van hun laatste vijf havens hebben aangedaan en vervolgens de Verenigde Staten als eindbestemming hebben, extra beveiligingsmaatregelen moeten treffen.

Concreet betekent dit dat dergelijke schepen in Suriname Security Level 2 moeten hanteren, zoals reeds opgenomen in hun scheepsbeveiligingsplan. Deze maatregel is vergelijkbaar met de acties die ook getroffen zouden moeten worden in het geval van bijvoorbeeld het aantreffen van verstekelingen aan boord.

“De VSB concludeert dat er weliswaar werk aan de winkel is, maar dat de gesignaleerde knelpunten oplosbaar zijn met gezamenlijke inspanningen van overheid, havens en bedrijfsleven”

Achtergrond en proces

De U.S. Coast Guard voert periodieke bezoeken en audits uit in landen en regio’s om te toetsen of de internationale ISPS-code (International Ship and Port Facility Security Code) correct wordt nageleefd.

De tekortkomingen varieerden van relatief eenvoudige zaken – zoals het niet uitvoeren van een jaarlijkse security drill of het niet implementeren van een badging-systeem voor toegangscontrole – tot structurele verbeterpunten in fysieke beveiligingssystemen.

Eind 2023 werd duidelijk dat er in Suriname tekortkomingen waren.

In 2024 volgden meerdere bezoeken en gesprekken waarbij aanbevelingen en suggesties zijn gedaan.

In maart 2024 werd Suriname officieel bericht dat het land niet in overeenstemming was met de vereisten.

De U.S. Coast Guard heeft bovendien aangegeven dat zij niet simpelweg een label plakken en zich vervolgens terugtrekken. Integendeel, zij voerden deze week nog gesprekken met Surinaamse stakeholders en zullen ook in het volgende fiscale jaar actief betrokken blijven.

Daarnaast bekijkt de Amerikaanse overheid mogelijkheden voor capacity building, gericht op de stappen die Suriname moet zetten om van de lijst af te komen. Hoewel dit niet gaat om een blacklisting, hebben de USA een duidelijk en ernstig signaal afgegeven dat Suriname niet voldoet aan internationale standaarden op het gebied van havenveiligheid.

Indien dit signaal door de rest van de internationale gemeenschap wordt overgenomen, kan de impact voor Suriname aanzienlijk groter worden, aangezien dan ook onze importstromen geraakt zullen worden. De eerstvolgende audit door de USCG staat gepland voor december 2026. Tot die tijd blijft Suriname vermeld op de lijst van dit illustere gezelschap van landen waar je niet toe wil behoren.

Daarnaast wijst de VSB erop dat havenfaciliteiten zelf ook een verantwoordelijkheid hebben. Zij dienen zich strikt te houden aan de afspraken die zijn vastgelegd in hun eigen havenbeveiligingsplan. Dit omvat onder meer:

het regelmatig trainen van security personeel,

het uitvoeren van security drills en oefeningen, en

het up-to-date houden en implementeren van de procedures.

Op die manier blijven Surinaamse havenfaciliteiten voldoen aan de nationale en internationale standaarden en wordt de veiligheid structureel versterkt. De VSB benadrukt dat het de gezamenlijke verantwoordelijkheid is van alle betrokken stakeholders om de geïdentificeerde veiligheidsissues weg te werken.

De U.S. Coast Guard heeft duidelijk gemaakt dat zij duurzame oplossingen verwacht en geen tijdelijke maatregelen. De VSB ziet dit ook als een gelegenheid voor de autoriteiten om door te pakken met de instelling van de langverwachte Maritieme Beveiligingsraad en de Havenraad.

Deze organen kunnen een belangrijke rol spelen in het structureel coördineren en monitoren van de beveiliging en de internationale compliance van de Surinaamse havens. De VSB concludeert dat er weliswaar werk aan de winkel is, maar dat de gesignaleerde knelpunten oplosbaar zijn met gezamenlijke inspanningen van overheid, havens en bedrijfsleven.