Vorswijk: ´Geen enkele regering heeft het ooit volledig kunnen publiceren´

Oud-minister verwerpt kritiek Rekenkamer over gronduitgiften:
De Rekenkamer van Suriname heeft in een nieuw rapport geconcludeerd, dat de uitgifte van domeingrond in 2023, niet rechtmatig is verlopen. Uit het rechtmatigheidsonderzoek naar de toewijzing van percelen bestemd voor bebouwing, bewoning en land- en tuinbouw, blijkt onder meer dat aanvragen niet openbaar worden gemaakt, vrij domein niet in het Advertentieblad van de Republiek Suriname verschijnt, en dossiers vaak onvolledig zijn. Voormalig minister van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) Dinotha Vorswijk, stelt dat de Rekenkamer te streng oordeelt en dat haar ministerie, wel degelijk verbeteringen heeft doorgevoerd.
Vorswijk stelt dat ze het finale rapport van de Rekenkamer nog niet heeft ontvangen, en dat het ministerie in 2024 wel degelijk heeft gereageerd op het conceptrapport. “Ik heb de finale versie van het verslag nog, niet gezien. In 2024 weet ik nog dat de Rekenkamer een concept had gestuurd naar het ministerie, om te onderzoeken wat het heeft gedaan, en dat wij daarop moch-ten reageren. We hebben onze reactie gestuurd, we hebben voor bepaalde zaken onze bevindingen gegeven, maar we hebben daar nog geen feedback over gekregen, en ik heb ook geen finale versie gekregen”, zegt Vorswijk.
Volgens de Rekenkamer zijn de gronduitgiften van 2023 onrechtmatig, omdat twee essentiële voorwaarden niet zijn nageleefd de publicatieplicht en het toewijzen van meerdere percelen aan één persoon. Vorswijk erkent dat de Rekenkamer dit zo heeft vastgesteld, maar wijst erop dat “onrechtmatig” niet hetzelfde is als “nietig”.
“Via social media heb ik een stukje gezien van een oordeel, waarbij is aangegeven dat alle gronduitgiften van 2023 onrechtmatig zijn geweest, op basis van twee essentiële voorwaarden,” aldus Vorswijk. “Maar dat wil niet zeggen dat het onrechtmatig is. Onrechtmatig en nietig verklaren zijn twee verschillende dingen. En ik heb gezien dat sommige mensen, de burgers, de Surinaamse gemeenschap, eigenlijk chaos willen creëren om erop te laten lijken, alsof de gronden die in 2023 zijn uitgegeven, van nul en generlei waarde zijn. Dat klopt niet.”
De oud-minister wijst er voorts op dat de Rekenkamer in 2018 een vergelijkbaar onderzoek deed, waarbij de situatie slechter was. “In 2018 heeft de Rekenkamer hetzelfde onderzoek gedaan en hetzelfde eindresultaat was er. Waar waren al deze mensen toen? En juist in dit rapport, is er vooruitgang geboekt. Toen waren er vier essentiële voorwaarden waardoor ze hadden geconcludeerd dat de uitgiften van 2018 onrechtmatig waren.
Het ministerie heeft gewerkt aan verbetering. Vanuit die vier voorwaarden zijn er nu maar twee overgebleven. Dat wil zeggen dat er gewerkt wordt aan verbetering”, zegt Vors-wijk. Ze benadrukt dat het ministerie na 2018 maatregelen heeft genomen om de procedure van gronduitgifte te versterken, onder meer door duidelijke richtlijnen op te stellen en wettelijke vereisten, beter te omschrijven. Vorswijk erkent dat de publicatieplicht een knelpunt blijft, maar wijst op de praktische problemen. “Er zijn wettelijke voorschriften, en dat alles hebben we voor ze doorgeschreven,” zegt ze. “Als u dat he-le rapport leest, ziet u dat ze zelf hebben aangegeven, aan welke wettelijke vereisten men moet voldoen om een stukje grond te kunnen krijgen. Maar toch hebben ze aan het einde aangegeven, dat het vaag geworden is. Als de wettelijke voorschriften er zijn, mag je bij de aanvraag al publiceren. Dan moet het ministerie bijvoorbeeld kunnen melden: meneer X en Y heeft een perceel aangevraagd, zo groot, zo smal, in die omgeving.”
Volgens haar lukt het in de praktijk niet, om aan alle vereisten te voldoen. “Wie dan ook daar zal zitten, geloof me, zal het niet lukken, om volledig te voldoen aan de publicatieplicht,” aldus Vorswijk. Ze stelt bovendien dat de wet elektronische publicatie toestaat en dat moderne middelen juist kunnen helpen om transparanter te werken. “Als de wet toestaat dat je elektronisch mag publiceren, waarom zou dat dan niet via sociale media mogen? Het is eenvoudiger om een lijst online te publiceren, zodat mensen sneller kunnen zien, wat er speelt.”  De voormalige minister vindt dat de huidige kritiek buiten proportie is en dat er met twee maten wordt gemeten. Volgens haar is het sinds 1982 bijna geen enkele regering gelukt om te voldoen aan de publicatieplicht. “Laat men kijken vanaf 1982. Geen enkele regering is het in deze 43 jaar gelukt, om volledig te publiceren. Alleen tijdens de regering-Radhakishun is het gedeeltelijk gelukt om te publiceren.” Volgens Vorswijk kan de Rekenkamer zelf niet publiekelijk reageren, vanwege de aangepaste wetgeving. “In de nieuwe wet van de Rekenkamer, die in 2018 of 2019 onder voorzitterschap van mevrouw Simons is aangenomen, mag de Rekenkamer, geen mondelinge toelichting geven. Ze mag het alleen aan DNA geven,” aldus Vorswijk. “Ik wacht dat de voorzitter van DNA de vergadering uitschrijft. Ik zal de eerste zijn die zal tekenen voor die vergadering.” Vorswijk benadrukt dat de Rekenkamer wel verplicht is uitleg te geven als De Nationale Assemblée daarom vraagt. “Als DNA het vraagt, vind ik dat ze daar een antwoord moeten komen geven.”
Het rapport van de Rekenkamer heeft opnieuw een discussie opgeroepen over de transparantie van grondbeleid in Suriname. Parlementariër Bronto Somohardjo heeft zich al publiekelijk uitgesproken over de bevindingen, wat volgens Vorswijk “zijn goed recht” is, maar zij vindt dat de beoordeling breder moet zijn dan enkel het jaar 2023. “Hij is parlementariër, hij mag aangeven wat hij wil. Maar hij moet niet alleen kijken naar 2023. Ze moeten kijken naar het hele systeem. De manier waarop men aan een stuk grond kan komen, is complex — en dat weten we allemaal,” aldus Vorswijk.
The post Vorswijk: ´Geen enkele regering heeft het ooit volledig kunnen publiceren´ ..