Vitolie reageert op kritiek rond benoeming bij Raad van Commissarissen SLM

Meredith Vitolie, gewezen directeur van het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), zegt sinds 16 augustus 2025 ter beschikking te staan van minister Stanley Soeropawiro. “Er is een waarnemer in mijn functie. Wat wordt aangegeven dat ik meerdere functies bekleed, klopt niet,” stelt Vitolie tegenover Suriname suriname.
De voormalig directeur reageert hiermee op de ophef die is ontstaan over haar benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen (RvC) bij de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM). President Jennifer Simons installeerde recent de nieuwe RvC, waarvan Vitolie deel uitmaakt.
In de publieke discussie is kritiek geuit op vermeende politieke beïnvloeding en nepotisme binnen de coalitie. Vitolie is namelijk de dochter van Ronnie Brunswijk, vicevoorzitter van De Nationale Assemblee (DNA) en voorzitter van de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP).
Vitolie wijst de beschuldigingen van de hand en benadrukt dat zij de nodige kwalificaties heeft om de functie te bekleden. “Waarom zou ik dat niet mogen, omdat ik de dochter ben van Brunswijk? Er zijn velen die benoemd worden, maar men praat alleen over mij vanwege mijn achternaam,” zegt ze.
Verder bevestigt Vitolie dat zij nog voorzitter is van het bestuur van de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), omdat er nog geen nieuw bestuur is benoemd. “Wanneer je wordt aangesteld als directeur van GBB, ben je automatisch voorzitter van het SBB-bestuur. Dat is statutair zo geregeld. Ik heb aangegeven geen bemoeienis te willen met zaken van de stichting totdat het nieuwe bestuur is geïnstalleerd. Zodra dat is gebeurd, zal de overdracht plaatsvinden,” legt ze uit.
De nieuwe RvC van de SLM bestaat naast Vitolie uit president-commissaris Marlon Telting en leden Glenda Heikerk, Rildo Aserie en Henry Klas. De raad werd op 6 oktober 2025 geïnstalleerd met als doel het herstel van de financiële en operationele positie van de luchtvaartmaatschappij.
Critici wijzen echter op het gebrek aan ervaring binnen de luchtvaartsector en op mogelijke politieke invloed bij de benoemingen.