Transparantie en ordening

SURINAME IS DIT jaar vijftig jaar onafhankelijk. Het land staat dan een halve eeuw op eigen benen. De zinsnede ‘hoe wij hier ook samen kwamen’ in ons volkslied legt de nadruk op het feit dat verschillende bevolkingsgroepen een andere band hebben met het grondgebied Suriname. En hoewel ons volkslied niet hoeft te veranderen zouden we onszelf moeten afvragen hoe wij de volgende vijftig jaar kunnen focussen op hier samen doorbrengen: vredige co-existentie.

Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de erkenning van inheemsen en tribale om ze in staat te stellen te leven zoals ze dat al eeuwen gewend zijn. Wanneer we dat enigszins geregeld hebben kunnen we de situatie in het binnenland overzichtelijker maken. Op dit moment echter is er sprake van de wet van de sterkste en dat levert explosieve omstandigheden op.

Enkele – eigenlijk- een handje vol mensen maakt er gebruik van dat de mensen in het binnenland geen recht hebben op de grond waar ze al decennialang op wonen

Geldbonzen in Paramaribo hebben op een bepaald moment geïnvesteerd in de lucratieve goud- en houtsector en halen er alles uit. De lokale bevolking blijft achter met kruimels en gaat niet zelden over op criminele activiteiten om het eigen aandeel op te eisen. Er ontstaat een soort wildwild-west situatie die compleet onoverzichtelijk is, niemand treedt op, maar er wordt grif geld verdient.

Het excuus dat genoemd wordt is dat de situatie ingewikkeld is. Maar door het niet regelen van de rechten en plichten van de lokale mensen die er wonen wordt de ingewikkeldheid in stand gehouden.

De realiteit is dat de situatie een is van vele angels. Enkele – eigenlijk- een handje vol mensen maakt er gebruik van dat de mensen in het binnenland geen recht hebben op de grond waar ze al decennialang op wonen. Deze kapitaalkrachtige figuren verkrijgen een concessie en dan mogen enkelen erop werken.

Een percentage van wat gevonden is moet aan de eigenaar van de concessie uitgekeerd worden. Naar verluidt is zo een netwerk ontstaan van belangrijke mensen die politieke vrienden hebben die regelmatig wat toegestopt krijgen om de andere kant uit te kijken.

Het resultaat: het woordje belangen is geboren en niemand geeft daar een duidelijke uitleg over. Naar verluidt zijn er financiële stromen die maken dat die waas in stand gehouden wordt.

Het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen is al jaren bezig een delfstoffen autoriteit in te stellen, maar niets is nog geconcretiseerd. Op deze manier lijkt het alsof men transparantie schuwt. Heel vaak wordt gezegd er is geen geld voor ordening in het veld, maar de eigen administratie ordenen en het inzichtelijk maken kan niet afhankelijk zijn van externe geldstromen. Immers, de salarissen worden maandelijks betaald.

Wanneer mensen denken aan het erkennen van de rechten van inheemsen en marrons, dan denken ze vaak aan de natuurlijke rijkdommen waarvan ze uitgaan dat het in handen van deze mensen komt. Maar veel meer is het een systeem van ordening en lokaal bestuur. Traditioneel gezag dat een duidelijke taak heeft en overlegstructuren die transparantie tot gevolg hebben. Het feit dat niet daaraan gewerkt wordt laat zien dat de ‘belanghebbenden’ de voorkeur geven aan ‘troebel water’. De ‘vis’ is dan makkelijker te vangen.