Toegankelijkheid tot CCJ vergroot met Nederlandse vertaling handleiding verwijzingsprocedures

door

PARAMARIBO — Door de regels en procedures die zijn vastgelegd in de handleiding verwijzingsprocedures (referral) binnen het kader van de authentieke jurisdictie van het CCJ naar het Nederlands te vertalen heeft het Caribische Hof van Justitie (Caribbean Court of Justice/CCJ) de toegankelijkheid van nationale rechtbanken tot het CCJ vergroot. President Winston Anderson heeft Iwan Rasoelbaks, president van het Hof van Justitie (HvJ), maandag een aantal exemplaren overhandigd voor rechters en andere belanghebbenden. Volgens de Communicatie Unit van het HvJ maakt deze procedure het mogelijk dat nationale rechtbanken vragen voorleggen aan het CCJ voor interpretatie van bepalingen uit het Verdrag van Chaguaramas.

Tijdens het kennismakingsbezoek sprak Anderson zijn waardering uit voor de betrokkenheid van Suriname binnen de Caribische Gemeenschap (Caricom), alsook bij de zelfstandige jurisdictie van het CCJ. Hij is in het land als onderdeel van de Referral Sensitization Series, die het CCJ uitvoert binnen de Caricom. Rasoelbaks benadrukte het belang van samenwerking binnen de regio op het gebied van de rechtspraak, in het bijzonder als het gaat om de zelfstandige jurisdictie van het CCJ, waar Suriname middels het verdrag van Chaguaramas bij is aangesloten.

“Als belangrijkste voorwaarde geldt dat het goed aansluit bij de ‘civil law’-traditie van ons nationaal rechtssysteem”Hofpresident Iwan Rasoelbaks

De hofpresident ging maandag kort in op gedachtenvormingen in Suriname om een derde instantie (third tier) binnen het nationale rechtssysteem te introduceren om bij te dragen aan versterking van de onafhankelijkheid en stabiliteit van het  Surinaamse rechtssysteem. Twee mogelijkheden zijn een Surinaamse Hoge Raad of aansluiting bij het CCJ onder te bespreken voorwaarden.

Het Hof van Justitie is een onderzoek gestart naar best practices binnen al bestaande Supreme Courts in de regio (CCJ) en in de rechtsfamilie (Hoge Raad der Nederlanden). “Als belangrijkste voorwaarde geldt dat het goed aansluit bij de ‘civil law’-traditie van ons nationaal rechtssysteem”, onderstreepte Rasoelbaks.