Tegenstrijdige verklaringen deskundigen in zaak rond misbruik van 4-jarig kind

door

De rechtszaak tegen K.H., die wordt verdacht van het seksueel misbruiken van zijn vierjarige dochter, is dinsdag voortgezet bij de kantonrechter. Tijdens de zitting werden twee deskundigen gehoord – een kinderarts en een gynaecoloog – wier verklaringen opvallend tegenstrijdig bleken te zijn.
Na de deskundigen kwam de vader van het slachtoffertje zelf aan het woord. Hij ontkende de beschuldigingen met klem. “Het is niet waar dat ik op dat kind lag, zoals mijn vrouw heeft gezegd,” verklaarde hij rustig. “Alle kinderen slapen in hun eigen hangmat. Mijn vrouw gaat elke avond weg en komt pas de volgende ochtend thuis.”
De verdachte gaf verder aan dat hij zich onbegrepen voelde tijdens zijn eerste politieverhoor. “De agenten hebben in het Surinaams gesproken. Ik versta niet alles. Ik spreek voornamelijk de Trio-taal,” verklaarde hij tegenover de rechter.
Zijn advocaat stelde daarop dat de verklaring van zijn cliënt niet betrouwbaar kan worden geacht, omdat hij mogelijk niet goed heeft begrepen wat hem werd gevraagd. “Het is van fundamenteel belang dat de verdachte zijn rechten kan uitoefenen in een taal die hij begrijpt,” aldus de raadsman. Hij diende daarom het verzoek in om zijn cliënt opnieuw te laten verhoren, ditmaal met een beëdigde tolk in de Trio-taal.
Nieuwe getuigen gehoord
De officier van justitie gaf aan geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van de verdediging, zolang dit niet leidt tot onnodige vertraging van de zaak. De rechter besloot de kwestie aan te houden en wees op het belang van zorgvuldigheid, gezien de ernst van de beschuldigingen en de jonge leeftijd van het slachtoffer.
De zaak is uitgesteld naar 28 oktober 2025 voor het horen van nieuwe getuigen: de vrouw van de verdachte — die de eerste melding bij de politie deed — en een onderzoekende verbalisant die betrokken was bij het opsporingsonderzoek.
Op 19 mei van dit jaar deed de grootmoeder van het slachtoffer aangifte bij de politie, nadat zij door haar dochter — de moeder van het vierjarige kind — was geïnformeerd over het misbruik. De grootmoeder had via videobeelden gezien dat het meisje onder het bloed zat.
De moeder van het meisje had de grootmoeder aanvankelijk gevraagd geen aangifte te doen uit angst voor haar eigen veiligheid. Ze zou die ochtend nog door K.H. zijn mishandeld nadat zij hem had aangesproken op zijn gedrag.
De politie werd uiteindelijk toch ingeschakeld. Later benaderde de grootmoeder de politie om de aangifte in te trekken, omdat ze met de dood was bedreigd door familieleden van K.H., die als argument gaven dat “het meisje toch niet dood is gegaan.”