Van natievorming tot natiecreatie
Laten wij ophouden met vruchteloze pogingen om ontwikkelingsagenda’s uit Europa en de Verenigde Staten klakkeloos te imiteren. Sinds onze onafhankelijkheid, maar ook daarvóór, is genoeg geëxperimenteerd met bauxiet, olie en goud. Op de verworvenheden en tegenslagen van de onafhankelijke republiek Suriname moeten we nu een passend en duurzaam toekomstperspectief creëren. ‘Ontwikkelingsagenda 2025-2050’ vraagt om doordachte durf om tussen 2025 en 2050 een toekomst te ontwerpen met ons eigen potentieel aan cultuur en natuur als basis.
Tekst en beeld Jack Menke
Deze ontwikkelingsagenda breekt met koloniale ideeën die zijn verpakt in een nieuw jasje binnen de krom gegroeide en holle staatsinstituten. Met het cultiveren van de eigen positieve zaadjes kan een basis voor ontwikkeling worden geschapen. De Ontwikkelingsagenda 2025-2050 omvat diverse agendapunten: cultuur, natie, natuur, intellectuelen, politieke economie, geopolitiek, onderwijs en politiek.
Toen in 1962 de Trinidadiaanse romanschrijver en Nobelprijswinnaar V.S. Naipaul de Surinaamse culturele diversiteit bekeek door een Caribische bril, kwam hij tot een verbijsterende conclusie: ‘Suriname has come out of Dutch rule as the only true cosmopolitan territory in the West Indian region. Trinidad is now fundamentally no more than a matter of race; in Suriname diverse cultures, modified but still distinct, exist side by side ….. however, Surinamers have little idea of the diversity and richness of their own country’. (Naipaul, 1962: 186-187).
Naipaul schreef dit in ‘The Middle Passage’, drie jaar nadat het door Trefossa gewijzigde volkslied in het parlement was aangenomen. Terwijl Naipaul en Trefossa de culturele diversiteit in balans met de eenheid van Suriname bejubelden, zag koloniaal Nederland vanuit het begrip ‘plurale samenleving’ een groot spanningsveld en mogelijke conflicten in Suriname.[i]
Trefossa was baanbrekend met zijn invulling van diversiteit in het Surinaamse volkslied. Diversiteit komt duidelijk tot uiting in “Wans’ ope tata komopo”. Met deze vier woorden is diversiteit in het vijftigjarige bestaan van de republiek Suriname in ons volkslied verankerd.
In onze samenleving houdt de volgende vraag velen bezig: Is er een spanningsveld tussen ‘diversiteit’ en ‘eenheid’ (of tussen ‘Wans’ ope tata komopo’ en ‘natie’)? Het antwoord is ‘neen’. Anders dan het koloniale denken hoeven diversiteit en eenheid elkaar niet te bijten, maar kunnen juist goed samen gaan door elkaar te verrijken binnen een ontwikkelingsmodel van ‘natiecreatie’ in plaats van ‘natievorming’.
Natievorming
Natievorming (wat tegenwoordig helaas gangbaar is) heeft wortels in pogingen van koloniale heersers om de koloniale natie met een grote etnische diversiteit vanuit een Europese bril in te richten naar het ideaal van een uniforme cultuur. Natievorming is misleidend, omdat niet de natie (en de etnische groepen waaruit die is samengesteld), maar de staat, vanuit de bestaande juridisch-politieke structuur, de richting van de natie bepaalt.
Daarom zijn de hedendaagse (ex) koloniale samenlevingen in bijvoorbeeld het Caribisch Gebied staatnaties (dus geen natiestaten), wat betekent dat de staat van buiten af is opgelegd om de politieke beheersing mogelijk te maken. (Figuur 1). Kortom, de ontwikkeling van Suriname voltrok zich anders dan in Europa. Het woord natievorming is daarom niet geschikt voor Suriname.
Drie modellen
Ik onderscheid drie modellen over de natie: natievorming, natiecreatie en pluri-natiestaat. Natievorming is het gangbare model in de wereld. Dit is een Euro-Amerikaanse benadering, waarbij de staat bewust de samenleving van boven af inricht naar het Europese ideaal van een uniforme cultuur. Natiecreatie daarentegen gaat uit van de collectieve inspanningen van etnische culturele groepen om een natie te creëren vanuit solidariteit, onderling respect en een harmonische afstemming tussen deze groepen.
Ons buurland Guyana is een duidelijk voorbeeld van natievorming, wat tot uiting komt in het ‘wegdrukken’ van de etnische diversiteit in de volkstellingen. Daarentegen wordt in Suriname het voorbeeld van natiecreatie, de etnische diversiteit, juist geëtaleerd in publicaties, toeristenfolders en volkstellingen. Deze duidelijke verschillen tussen natievorming en natiecreatie nemen niet weg dat in beide modellen van de natie het machtsmonopolie in handen blijft van de staat.
Tijdens president Evo Morales (2006-2019) maakte Bolivia een nieuwe grondwet vanuit de pluri-natiestaat, waarin de collectieve en individuele rechten voor inheemse volkeren worden gewaarborgd. Dit is gebaseerd op ‘vivir bien’, waarin duurzaamheid de sleutel vormt voor ontwikkeling en dekolonisatie het belangrijkste doel is van de staat. De pluri-natie staat is een inclusieve vorm van bevrijding en integratie die verschilt van het Euro-Amerikaans multiculturalisme.
Natiecreatie versus consensusdemocratie
Om de Surinaamse natie te kunnen begrijpen moeten natievorming en natiecreatie duidelijk van elkaar worden onderscheiden. Eerder omschreef ik natievorming als ‘een bewuste poging door de staat om de samenleving van boven af in te richten volgens het Europese ideaal van een uniforme cultuur’. Natiecreatie daarentegen verwijst naar gezamenlijke inspanningen om een natie te creëren die is gebaseerd op solidariteit, onderling respect en een harmonische afstemming tussen de etnische groepen en hun culturen.
Natiecreatie gaat uit van het erkennen van gelijke rechten en ontwikkeling van de verschillende culturen en kan worden bereikt door de traditionele onderhandelingscultuur van de politieke elites te overstijgen. Deze politieke onderhandelingscultuur wordt in Suriname aangeduid met consensus democratie wat met zich meebrengt dat de macht van etnische groepen na verkiezingen aan de betreffende etnische elites wordt gedelegeerd. Dit is misleidend, omdat de elite politieke vertegenwoordiging van de ‘plurale samenleving’ ten onrechte als garantie wordt gezien voor stabiliteit via de politieke samenwerking tussen politieke leiders zogenaamd namens de eigen etnische achterban.
Diversiteit en eenheid
In de praktijk van Suriname vinden we diversiteit en eenheid terug in waarden en gebeurtenissen op nationaal en persoonlijk gebied buiten de politiek. Met het verschijnen van Trefossa’s bundel ‘Trotji’ in 1957 werden tongen en pennen losgemaakt. Er ontstond vooral tot aan de onafhankelijkheid een explosie van literatuur over diversiteit en eenheid in Suriname, terwijl in Guyana grote etnische onlusten waren. Suriname bleef hiervan gespaard.
De politiek legt ten onrechte een veel te grote claim op de etnische harmonie in ons land. Het gegeven dat in Suriname geen enkele groep demografisch in de meerderheid is, heeft ook bijgedragen aan de etnische harmonie. Verder hebben exponenten binnen de cultuur, religie en kunst bijgedragen aan de harmonische diversiteit in ons land (zie tabel 1).
‘Mama Sranan’ brengt de werking van diversiteit en eenheid treffend tot uiting. De kunstenaar Soeki Irodikromo (2008, wijlen) gaf zijn interpretatie over dit door Jozef Klas uit beton ontworpen beeld.
‘De mama van Suriname symboliseert volgens mij Suriname, met zijn volk. Het zijn nog verschillende gezichten: met sluik haar, kroeshaar, met krullen. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen denkwijze, eigen fantasie, eigen vorm; dit is de creatie van Jozef Klas. Iedereen gaat het misschien een beetje anders doen, misschien met dezelfde inhoud, want het komt misschien van een opdrachtgever. …..En zo is het uitgebeeld en geaccepteerd. …Het is goed bedoeld. Want je ziet nog etnische groepen. Met kinderen gaat het makkelijker om tot één te worden. Met meneer Pinas van Moengo, Jagdew van Commewijne, moeten tien keer nadenken. Het is een proces, maar het is toch goed bedoeld. Het symboliseert eenheid, het symboliseert Suriname. Suriname omarmt, Suriname heeft ons nodig. En wij zijn de kinderen, wij zijn het volk van Suriname.’ (Interview 2008).
Conclusie
Anders dan alle regeringen vanaf 1975 moet in de ‘Ontwikkelingsagenda van 2025-2050’ niet mijnbouw, maar cultuur (met takken zoals ecotoerisme, erfgoed, herschrijving geschiedenis, kunst, literatuur, taalbeleid en onderwijs) de pijler worden van de ontwikkeling van Suriname.
De samenleving moet alert worden voor politieke leiders die op slinkse wijze proberen politieke etniciteit in te zetten om onze culturele diversiteit ondergeschikt te maken voor eigen machtsbehoud. Elites verkavelen binnen multi-etnische coalities hun enge belangen via door de staat verkregen inkomsten en privileges, waarbij iedere etnische elite een verkaveld staatsdeel krijgt; intussen zet deze elite de samenleving op een verkeerd spoor met leeg geworden ‘bromkidyari’ slogans.
Kritische maatschappelijke organisaties in onder meer kunst, literatuur, religie en wetenschap moeten daarom het voortouw nemen in positief uitbouwen en toepassen van de culturele diversiteit. Onze religieuze en culturele werkers in Suriname moeten een centrale rol spelen om de geschiedenis en huidige Surinaamse samenleving kritisch door te lichten. Dit moet op een andere manier gebeuren dan de gangbare werkwijze in de politiek.
De positieve ervaringen in diverse sferen (onder meer artiesten en religieuze organisaties) in het verleden, maken het mogelijk om de Surinaamse natie als een interculturele gemeenschap verder te ontwikkelen. Netwerken, zoals die van literaire kunstenaars, dichters, beeldende kunstenaars moeten in de toekomst een grotere scheppende en bemiddelende rol vervullen bij het creëren van een inclusieve natie. Dit kan bijvoorbeeld middels grensverleggende evenementen, waarin bruggen worden geslagen tussen de sociale sferen: economie, politiek, cultuur en natuur.
Trefossa’s woorden ‘Wans’ ope tata komopo’, die aanleiding waren tot mijn reflectie, zijn een blijvende uiting van diversiteit bij het vijftigjarige bestaan van de republiek Suriname. In combinatie met ‘Wi mu’ seti kondre bun’ moeten we dit plaatsen tegen de achtergrond van de sferen politiek, economie, cultuur en natuur. Dit ideaal kunnen wij gezamenlijk waar maken in de ‘Ontwikkelingsagenda 2025-2050’ door een doordachte omarming van diversiteit en eenheid’.
[i]In het kielzog van de dissertatie van Rudolf van Lier in 1949, werden in de zestiger jaren van de twintigste eeuw diverse studies in Suriname verricht vanuit de benadering van de plurale samenleving. Zie de congresbundel: Den Hollander A. N. J. et al. De Plurale Samenleving. Begrip zonder toekomst? (1966). Boom. Meppel.
- Man aangehouden met jachtgeweer zonder vergunning..
- Suriname-Guyana handelsrelaties gaan nieuwe fase in..
- President: Geen militaire acties in de regio; wel strijd te…..
- Stuurloze maatschappij: Trekken aan een dood SLM-paard..
- VLS-topper Vishnudatt: “Santokhi niet geschikt als VHP-voor…..
- Koersontwikkeling blijft zorgen baren bij particuliere sect…..
- Onderwijs kampt met tekort aan leerkrachten en beschikbare …..
- Autobestuurder aangehouden te 21 Pasie met jachtgeweer in v…..
- Slordige administratie aangetroffen rondom ‘moni-karta’..
- Quickscans onthullen grote misstanden: diepgaander onderzoe…..
- Cruisemarkt krijgt meer aandacht in Suriname..
- Suriname wil agro-verwerkingsfaciliteiten naar Guyanees voo…..
- Regering terughoudend over SLM-plannen, maar herstel in vol…..
- GranMorgu-project brengt Suriname dichter bij offshore-read…..
- Suralco blaast Paranam Haven nieuw leven in..
- Verdachte kort na woninginbraak aan de Commissaris Weything…..
- Suriname en Guyana willen krachten bundelen voor groei..
- Suriname: Ontwikkelingsagenda 2050 (1) Culturele hartslag S…..
- LVV ondersteunt Stichting Betheljada met agrarische donatie..
- STVS herdenkt 60 jarig bestaan..
- VWA en IDB bespreken voortgang arbeidsmarktproject..