Stichting Re-Integratie Ex-Militairen 45 jaar: ‘Niemand mag achterblijven’

door

Tekst en beeld Edwien Bodjie

PARAMARIBO — “Het verlaten van de actieve dienst vraagt om aanpassing, kracht en soms een helpende hand. Precies daar komt de Stichting Re-Integratie Ex-Militairen (SREM) binnen.” Dat zei minister Uraiqit Ramsaran van Defensie dinsdag bij de viering van het 45-jarige bestaan van de SREM.

Tijdens de plechtigheid sprak de bewindsman zijn waardering uit voor de inzet van oud-militairen en voor de blijvende rol van de stichting bij hun maatschappelijke terugkeer. “Degenen die ooit een uniform hebben gedragen, weten dat het verlaten van de actieve dienst niet het einde is van iets, maar het begin van een nieuwe fase”, aldus Ramsaran. Echter, die overgang verloopt niet altijd eenvoudig, gaf hij toe.

“Meer integratie van onze ex-militairen is niet alleen hun probleem, het is een gedeelde verantwoordelijkheid”Defensieminister Uraiqit Ramsaran

De minister zei dat oud-militairen zich staande moeten zien te houden in een wereld die sterk is veranderd. “De maatschappij is complexer en dynamischer geworden, maar wat niet is veranderd, is het menselijke aspect. De overtuiging dat we niemand achterlaten – ‘We leave no one behind’ – blijft de kern van onze defensieorganisatie.”

Volgens Ramsaran geldt dat principe niet alleen tijdens missies, maar ook bij de terugkeer in de samenleving. “De stichting biedt ondersteuning, richting en bovenal vertrouwen. Vertrouwen dat er altijd een plek is in de maatschappij, ook na de militaire loopbaan.” De minister riep op om ook vooruit te kijken. “Om richting te geven aan de toekomst, moeten we het verleden begrijpen”, zei hij.

Huiswerk

Ramsaran prees de inzet van de oprichters en medewerkers die de basis legden van de organisatie. “Wij zijn ieder van u dankbaar. Uw werk heeft verschil gemaakt voor individuen, gezinnen en onze samenleving als geheel.”

De bewindsman erkende dat er nog veel werk aan de winkel is. Het ministerie wil de samenwerking met SREM uitbreiden en verdiepen, met nadruk op beleid dat de mentale weerbaarheid en duurzame integratie van ex-militairen versterkt.

Breder draagvlak

Ramsaran benadrukte dat re-integratie niet alleen een taak is van de stichting of Defensie, maar van de hele samenleving. “Meer integratie van onze ex-militairen is niet alleen hun probleem, het is een gedeelde verantwoordelijkheid. De samenleving moet goed worden geïnformeerd en bereid zijn een helpende hand te bieden.”

Hij verwees naar zijn ervaringen in het buitenland. “Wanneer ik zie hoe men daar respect toont voor militairen, vraag ik me af waarom wij dat in Suriname niet in dezelfde mate kunnen doen. Onze oud-dienaren verdienen waardering, rust en kansen om opnieuw bij te dragen.”

Menselijk aspect centraal

De minister zei dat zijn ministerie inmiddels stappen heeft gezet om verbeteringen en verlichting te brengen voor deze groep. “Het is niet altijd makkelijk geweest,” gaf hij toe. “Maar er is gewerkt aan meer begrip bij andere ministeries en instanties over wat onze ex-militairen nodig hebben. We willen structureel meer betekenen voor hen.”

Ramsaran riep de aanwezigen op elkaar te blijven ondersteunen, ongeacht verschillen van inzicht. “Hoe verschillend onze wegen ook zijn, laten we elkaar blijven verstaan. Het menselijke aspect moet altijd centraal blijven.”

In zijn slotwoord sprak Ramsaran zijn persoonlijke waardering uit. “Uw inzet, uw verhalen, uw offers doen ertoe. Ik zie u, de regering ziet u en u verdient onze waardering. De missie is nog lang niet voorbij. We slaan slechts een nieuwe bladzijde open. Samen schrijven we verder aan het verhaal van zorg, erkenning en veiligheid, want niemand mag achterblijven.”

Beleidsplan

Volgens SREM-directeur Wilgo Kuik is er inmiddels een beleidsplan opgesteld dat al gedeeltelijk is gepresenteerd aan de minister. “Het plan ziet er veelbelovend uit. Een belangrijk onderdeel is het opzetten van veteranenwoningen, maar vooral de begeleiding en psychosociale hulpverlening voor deze doelgroep staan centraal”, ichtte Kuik een tipje van de sluier.

Vanuit het ministerie zijn volgens hem positieve toezeggingen gedaan, wat hoop geeft voor de verdere uitvoering. Aan het einde van de viering werden verschillende oud-leden van de stichting in het zonnetje gezet en gehuldigd voor hun jarenlange inzet.