PVV en SML-licentie

DEELNAME VAN DE Politie Voetbalvrienden (PVV) aan de nieuwe competitie van de Suriname Major League (SML) is onduidelijk. De hoofdreden is dat PVV, de semikampioen van het afgelopen seizoen, niet binnen de voorgeschreven termijn licentie voor deelname in het nieuwe competitiejaar heeft aangevraagd. Er blijkt, volgens de club, sprake te zijn van interne miscommunicatie. Een functionaris kreeg onder meer de e-mails over de licentieaanvraag, maar deed daar niets mee. De club haalde daardoor de deadline niet.

PVV heeft een verzoek tot uitstel van de aanvraag aan de SML gedaan. Maar duidelijk is geworden dat het verzoek aan de Licentiecommissie van de Surinaamse Voetbalbond (SVB) moest zijn gericht. PVV heeft intussen bij de Licentiecommissie een verzoekschrift ingediend om alsnog te worden toegelaten tot de competitie. Dat verzoek werd gedaan in een gesprek met de Licentiecommissie. Mocht van SVB-zijde het verzoek worden ingewilligd zou dat een precedent kunnen scheppen. In de toekomst zouden andere verenigingen zich hierop kunnen beroepen.

Het siert een vereniging, die haar wortels heeft in de politieorganisatie, niet om zo een grove fout te maken

Aan de ene kant zou kunnen worden gezegd dat het een vereniging, die haar wortels heeft in de politieorganisatie, niet siert om zo een grove fout te maken. Aan de andere kant mag men zich afvragen of – gezien het feit dat de SML nog in de kinderschoenen staat – die organisatie het standpunt hanteert van regels zijn regels.

Trouwens, PVV heeft al aangegeven dat ze desnoods een kort geding zal aanspannen om alsnog te worden toegelaten. Daarmee zal de vereniging Wereldvoetbalbond Fifa tegen de haren in strijken, omdat die tegen het beslechten van voetbalzaken door de rechter is.

Maar binnen de SVB is er niet voor alle zaken een beroepsmogelijkheid en staat een vereniging die zich in haar rechten aangetast voelt geen enkele andere mogelijkheid open dan de rechter als beroepsinstantie te benaderen. In Suriname wordt jaren geprobeerd een gezaghebbende ‘beroepsinstantie’ van de grond te krijgen en nonchalance te vermijden, maar waarom dit niet van de gerond komt is onduidelijk.