President Simons krijgt update over GranMorgu-project: Surinaamse bedrijven lopen voor op Guyana

Een delegatie onder leiding van Javier Rielo, Senior Vice President Americas, Exploration & Production bij TotalEnergies, heeft dinsdag 21 oktober 2025 een beleefdheidsbezoek gebracht aan president Jennifer Simons. Tijdens het onderhoud, dat plaatsvond op het Kabinet van de President, gaf de maatschappij een update over de voortgang van het grootschalige GranMorgu-project (Blok 58) en de plannen om verder te investeren in olie-exploratie in Suriname.
Ook aanwezig was Annand Jagesar, algemeen directeur van Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. Jagesar deelde mee dat het project volgens schema verloopt en inmiddels voor 23 procent is gevorderd. “We zitten op schema en binnen het budget,” aldus de directeur.
Tijdens het overleg werd tevens ingegaan op het belang van local content en de kansen voor Surinaamse bedrijven binnen de olie-industrie. “Er zijn twee havens in Suriname die werkzaamheden zullen uitvoeren, en verschillende lokale bedrijven zijn actief betrokken. We hebben zelfs een beetje kunnen opscheppen over onze lokale bedrijven, want vergeleken met Guyana lopen ze hier een stapje voor. Daardoor verlopen de processen ook sneller,” merkte Jagesar met trots op.
President Simons krijgt update over GranMorgu-project. Foto: CDS
President Simons benadrukte dat de ontwikkeling van de oliesector ook andere sectoren moet versterken, zoals landbouw en toerisme. “We moeten nu al in kaart brengen hoeveel vraag er zal ontstaan naar voedsel en andere diensten vanuit de olie-industrie, zodat we daarop kunnen inspelen,” stelde zij. Jagesar sloot zich daarbij aan: “We moeten niet wachten tot de olieproductie op gang komt om de landbouwsector te ontwikkelen. Er is nu al beleid nodig om te bepalen hoe we die sectoren verder gaan versterken.”
Daarnaast wees de Staatsolie-topman op de noodzaak van onderwijs en vakopleiding. “Slechts zeven procent van de beroepsbevolking heeft een hbo- of hogere opleiding. In ontwikkelde landen ligt dat percentage veel hoger. We zullen onze mensen dus versneld moeten ontwikkelen,” verklaarde hij. Als voorbeeld noemde hij een samenwerking met de Stichting Arbeidsmobilisatie & Ontwikkeling (SAO), waarbij jongeren uit achtergestelde buurten worden opgeleid tot lassers, zodat ook zij kunnen meedoen binnen het local content-programma van de olie-industrie.