President Simons in TIME Magazine: Suriname als voorbeeld in mondiale klimaatstrijd

President Jennifer Simons staat in de internationale schijnwerpers. In een uitgebreid interview met het invloedrijke TIME Magazine spreekt zij over haar ambitieuze klimaatbeleid en de rol van Suriname als model voor duurzaam bestuur. Sinds haar aantreden op 16 juli 2025 heeft Simons haar stempel gedrukt als voorvechter van milieubescherming, gemeenschapsgericht bosbeheer en de erkenning van inheemse rechten, staat in het artikel.
“Duurzaamheid mag niet alleen over emissiereductie gaan,” zegt ze in het gesprek met TIME. “Het betekent ook dat we de ecosystemen beschermen die het klimaat reguleren en de mensen ondersteunen die daar elke dag voor zorgen.”
President Simons benadrukt dat Suriname — een van de weinige landen ter wereld die meer CO₂ opneemt dan uitstoot — een morele plicht heeft om zijn natuurlijke rijkdommen te beschermen. In het interview vertelt ze dat haar regering sinds juli concrete stappen heeft gezet: een moratorium op nieuwe grootschalige houtkapvergunningen, een nationale bosinventarisatie en overleg met de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden (VIDS) om de wettelijke erkenning van inheemse en tribale woongebieden te versnellen.
“Door gemeenschappen de wettelijke middelen te geven om hun gebieden te beheren, versterken we niet alleen hun rechten, maar beschermen we ook de natuur die ons allemaal in leven houdt,” aldus de president.
Volgens Simons moet natuurbeheer niet worden gezien als een bijzaak, maar als fundament van de economie. Ze wijst vooral op de waarde van tropische veengebieden en mangroves — ecosystemen die “tien keer meer koolstof per hectare opslaan dan bos op hoger gelegen gronden.”
“De bescherming van deze natuurlijke koolstofsponzen is cruciaal,” zegt ze. “Ze voorkomen overstromingen, bieden voedselzekerheid en vormen een schild voor kustgemeenschappen. Toch krijgen ze wereldwijd nauwelijks financiering.” In het TIME-interview noemt zij de bescherming van deze gebieden “een van de meest kosteneffectieve manieren om klimaatverandering te bestrijden én gemeenschappen te versterken.”
Op de vraag wat volgens haar het belangrijkste is dat regeringen wereldwijd moeten doen, reageert Simons resoluut: “De grootste economieën moeten een klein deel van de publieke middelen die nog steeds naar fossiele brandstoffen gaan, heroriënteren naar natuurbehoud en gemeenschapsprojecten. Zelfs één procent daarvan zou voldoende zijn om de resterende primaire bossen ter wereld te beschermen en de overgang naar schone energie te versnellen.”
Tijdens internationale klimaattoppen herhaalt zij steeds dezelfde boodschap: “We are running out of excuses, but we are not running out of solutions.”
Wat haar hoopvol stemt, zegt Geerlings-Simons in TIME, is het groeiende bewustzijn onder jongeren, inheemse leiders en lokale gemeenschappen wereldwijd. “Ze wachten niet op toestemming of perfecte beleidskaders. Ze handelen. Ze herstellen bossen, bouwen lokale economieën op en laten zien dat ontwikkeling en zorg voor de aarde samen kunnen gaan.”
Ook ziet ze positieve signalen vanuit het bedrijfsleven. “Steeds meer bedrijven begrijpen dat hun toekomst afhangt van een stabiel klimaat en een gezonde biosfeer. Die omslag maakt me optimistisch.”
Vooruitblikkend op de komende VN-klimaatconferentie (COP) zegt de president dat het tijd is om politieke intenties om te zetten in daden. “De wetenschap is duidelijk, de technologie bestaat en de middelen zijn er. Toch blijven we destructie subsidiëren en herstel onderfinancieren.”
Ze sluit het interview af met een oproep die haar leiderschap typeert: “De geschiedenis zal ons niet beoordelen op onze intenties, maar op wat we moedig genoeg waren om te doen.”
Dit artikel is gebaseerd op een interview dat op 30 oktober 2025 verscheen in TIME Magazine onder de titel: Jennifer Geerlings-Simons: The 100 Most Influential Climate Leaders of 2025, waarin ze haar visie op Suriname’s leidersrol in de wereldwijde strijd tegen klimaatverandering en voor natuurbehoud.