President Simons: Geen enkele groep in dit land mag achterblijven

door

President Jennifer Simons, die donderdag met een regeringsdelegatie aanwezig was bij de herdenking van 250 jaar vrede tussen de Aucaners en de koloniale heersers, benadrukte dat geen enkele groep in Suriname mag worden achtergelaten in de nationale ontwikkeling. Volgens haar is dat essentieel om sociale onrust te voorkomen.
“Je mag geen enkele groep achterlaten. Wij zijn elkaars hoeder en moeten voor elkaar zorgen. Elke groep moet een andere groep ondersteunen, zodat iedereen kan zien hoe de ontwikkeling ten goede komt aan hun kinderen en kleinkinderen,” aldus Simons tijdens haar toespraak.
Het staatshoofd wees erop dat 10 oktober het begin markeert van een reeks vredes die in de loop der geschiedenis zijn gesloten. Ze stelde dat de strijd van toen de basis vormt voor de huidige gezamenlijke opbouw van de toekomst. Daarom had ze ook het traditioneel gezag uitgenodigd voor overleg.
“Mi ben wan gi grani na den sma san de na a binnenland, san feti gi un vrijheid,” zei Simons. “Iedereen die een nakomeling is van tot slaafgemaakte mensen moet deze dag — en alle andere dagen — in gedachten houden.”
Simons herhaalde haar eerdere belofte dat ze, nog voordat ze president werd, had aangegeven het grondenrechtenvraagstuk te willen oplossen — en dat in samenwerking met de gemeenschappen zelf.
“We weten hoeveel grond aan mensen is gegeven. Waarom zouden de mensen die in het binnenland wonen, op de grond waar ooit is gestreden, daar niet kunnen blijven en hun leven opbouwen? De rechtsstaat moet ook dáár gelden. De overheid heeft ook daar een verantwoordelijkheid om te zorgen dat kinderen naar school gaan en dat mensen toegang hebben tot hun gronden,” verklaarde het staatshoofd.
De president benadrukte dat er nu echt gesprekken gevoerd moeten worden over dit vraagstuk. “Er is een grote wens en wil bij mij en bij velen om a grondenrechten eindelijk te regelen — binnen één of twee jaar. Daarom heb ik binnen mijn kabinet een commissie benoemd om dit voor te bereiden. We hoeven niet te wachten tot alles is uitgeplozen. We moeten samenwerken en stap voor stap oplossingen vinden. Er liggen vonnissen, en die moeten we respecteren en uitvoeren,” aldus Simons.
Tot slot zei ze dat 2026 het jaar moet worden waarin de eerste concrete stappen worden gezet. “Ef un mus tak ete, dan we taki. Ma mi wan dat wi bigin wroko tap a tori disi,” besloot president Simons.