OAS ziet Italië als sleutelpartner voor vrede en ontwikkeling in het westelijk halfrond

door

PARAMARIBO – Italië wordt door de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) beschouwd als een “hoogwaardige partner” in het streven naar vrede en welvaart in het westelijk halfrond. Volgens OAS-secretaris-generaal Albert Ramdin deelt Italië belangrijke waarden en sterktes met de organisatie en levert het een waardevolle bijdrage op strategische terreinen zoals veiligheid, justitie, energie en handelsontwikkeling. Daarnaast biedt het land expertise in de bestrijding van georganiseerde misdaad. Dat zei Ramdin in een interview met Agenzia Nova tijdens de XII Italië-Latijns-Amerika en Caribische Conferentie, die de afgelopen week in Rome werd gehouden.‘Van grote waarde voor de regio’Ramdin noemde de bijeenkomst “van grote waarde voor de landen in de regio”, omdat er “inhoudelijke en wezenlijke kwesties” worden besproken. “Ik was bijvoorbeeld aanwezig bij een lunch met de Italiaanse minister van Justitie, Carlo Nordio, waar we spraken over juridische samenwerking en specifiek over de strijd tegen internationale georganiseerde misdaad,” aldus Ramdin. “Italië heeft hierin veel ervaring. Hoewel dat voortkomt uit een trieste geschiedenis, kunnen andere landen juist profiteren van die ervaring. Ze is van groot praktisch nut.” Hij sprak zijn waardering uit voor het feit dat Italië “dit tweejaarlijkse overleg met Latijns-Amerikaanse en Caribische landen organiseert” en bevestigde zijn intentie om de samenwerking verder uit te breiden.Nauwere samenwerking op veiligheidsgebiedDe secretaris-generaal meldde verder dat hij een “goed gesprek” had met de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antonio Tajani, over nauwere samenwerking op het gebied van veiligheid, met name om de financiering van georganiseerde misdaad te bestrijden. “Via het departement Georganiseerde Misdaad van de OAS zal Italië de ervaring van de Guardia di Finanza delen met andere Latijns-Amerikaanse landen,” zei hij. Volgens Ramdin ondersteunt Italië de OAS al op verschillende fronten, waaronder verkiezingswaarnemingsmissies, het veiligheidsprogramma in Colombia en de bufferzone tussen Belize en Guatemala. “We hebben openbare veiligheidsprogramma’s opgezet en een belangrijk opleidingsprogramma ontwikkeld voor de bestrijding van illegale geldstromen en kapitaalvlucht.”Die opleiding vindt plaats in Ostia en omvat trainingen over witwasonderzoek, opsporingstechnieken, analyse van verdachte transacties en het in beslag nemen van bezittingen bij financiële misdrijven. Ook de Italiaans-Latijns-Amerikaanse Organisatie (IILA) speelt volgens Ramdin een sleutelrol. “We willen onze samenwerking met de IILA versterken. We hebben in 2001 al een akkoord getekend, maar ik heb de toekomstige secretaris-generaal, Giorgio Silli (thans staatssecretaris van Buitenlandse Zaken), uitgenodigd naar Washington om te bespreken hoe we de relatie verder kunnen verdiepen.”Energie als strategische pijlerItalië kan volgens Ramdin bovendien een belangrijke partner zijn op het gebied van energie en energiezekerheid. “Er zijn veel Italiaanse investeringen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, en ik denk dat er grote mogelijkheden zijn voor strategische partnerschappen en voor de levering van olie en gas,” zei hij. Zulke initiatieven moeten volgens hem echter “bilateraal worden onderhandeld.” Daarbij wees hij op de toenemende rol van het Caribisch gebied, met Suriname en Guyana als “toekomstige olie- en gasregio’s”. Ramdin verwees naar het Italiaanse bedrijf Saipem, dat “dertig jaar geleden een olieraffinaderij in Suriname bouwde” en nu betrokken is bij nieuwe offshore-ontdekkingen. Hij benadrukte dat de samenwerking zich niet alleen richt op olie en gas, maar ook op duurzame energie: “Wind-, zonne- en thermische energie bieden Italië de kans om energie op te slaan en tegelijkertijd economische groei te bevorderen.”Focus op veiligheid en samenwerking in de regioOver regionale veiligheid zei Ramdin tegen Nova dat de situatie in het Caribisch gebied – met Amerikaanse marineoperaties tegen vermoedelijke drugsschepen uit Venezuela – “momenteel niet op de agenda staat omdat geen enkel land daarom heeft gevraagd, maar dat dit waarschijnlijk nog zal gebeuren.” Hij verduidelijkte dat “zolang de maritieme inzet van een land zich in internationale wateren afspeelt, het een unilaterale actie betreft die ons niet raakt.” Tegelijkertijd hoopt hij dat “het doel van die schepen – volgens de verklaring van de Verenigde Staten – de bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad is, en dat doel kan niemand betwisten, want het probleem van drugshandel is reëel voor alle Latijns-Amerikaanse en Caribische landen: we moeten het bestrijden.”‘Meer eenheid op het westelijk halfrond’Als eerste OAS-secretaris-generaal afkomstig uit een Caribisch land benadrukte Ramdin het belang van gelijke vertegenwoordiging van alle lidstaten. “Voor ons is het belangrijkste om de agenda vooruit te helpen, en die is eenvoudig: we willen meer eenheid op het westelijk halfrond,” zei hij. “We moeten niet alleen focussen op problemen en verdeeldheid, maar juist op de kansen en gebieden waarop we vooruitgang kunnen boeken: vrede, versterking van democratieën, goed bestuur, instituties en onderwijs.” Volgens Ramdin streeft de OAS ernaar “een samenleving te creëren met economische kansen voor iedereen, waarin landen meer samenwerken, onderling handelen en investeren, zodat er welvaart en productiviteit ontstaan en burgers niet hoeven te migreren. We willen bouwen aan een rechtvaardiger, gelijkwaardiger en vreedzamer samenleving.”Haïti als toetssteen voor internationale solidariteitDe situatie in Haïti vormt volgens Ramdin een duidelijk voorbeeld van deze inzet. Hij vindt dat er “realistisch” moet worden gehandeld en “een geleidelijke aanpak” moet worden gevolgd. “Eerst moeten we zorgen voor meer veiligheid. Samen met partners als de Verenigde Staten, Canada, Frankrijk en verschillende Latijns-Amerikaanse en Caribische regeringen moeten we de veiligheidsdreigingen verminderen en gebieden bevrijden die onder controle stonden van gewapende bendes.” Wanneer dat lukt, volgt “humanitaire hulp”, die volgens hem niet beperkt mag blijven tot “water, voedsel en kleding”, maar zich vooral moet richten op “gezondheidszorg, veiligheid en onderwijs”, met nadruk op “de sociale re-integratie van jongeren die bij bendes betrokken waren.” Het is volgens Ramdin “cruciaal hen te helpen terug te keren in de samenleving.”Daarna kan het politieke dialoogproces beginnen, met deelname van lokale actoren, wat uiteindelijk moet leiden tot verkiezingen. Haïti wacht al jaren op een vernieuwd parlement, een stabiele regering en mogelijk een herziening van de grondwet. Verkiezingen, aldus Ramdin, “kunnen alleen plaatsvinden als er voldoende veiligheid is zodat iedereen kan stemmen. Ze moeten bovendien geloofwaardig zijn, met veilige en open stembureaus, een transparant proces en stemgeheim.” De OAS werkt ondertussen aan de uitgifte van identiteitsdocumenten voor Haïtianen, waarvan “75 procent al gereed is.” Daarnaast worden er projecten uitgevoerd gericht op economisch herstel in relatief veilige gebieden, met focus op werkgelegenheid, jongeren en exportproductiviteit.“Haïti heeft enorm potentieel, maar het land heeft hulp nodig,” concludeerde Ramdin. “Wanneer we – hopelijk binnen anderhalf jaar – verkiezingen hebben gehouden en er een legitieme regering en parlement zijn gevormd, kunnen de Haïtianen met steun van de internationale gemeenschap hun toekomst zelf vormgeven. Tot die tijd moeten we blijven werken aan stabiliteit.”