Ministers (1)

GANGA / Sharda Ganga

Ik dacht, laat ik deze column een titel geven met een nummer, zodat aan het einde van de regeerperiode ik makkelijk kan terugvinden hoe vaak ik een column schreef over verrichtingen van ministers die mij lieten denken: ‘Heus? Is dit nieuws?’ of gewoon ‘Huh?!’ Laat me er meteen bij zeggen dat mijn innige wens is dat het bij deze ene keer blijft.

Het is geen valsheid die maakt dat ik de observaties neerpen. Het is hoop. De hoop dat de kritiek zal worden opgepakt en zal leiden tot verbetering. Het zijn geen moeilijke dingen die ik noem. Een mens mag hopen. Een mens móet hopen.

“Eén keer een niet goed voorbereide meeting kan gebeuren. Twee keer is een patroon”

De minister van Defensie vond het nodig om ons breeduit te informeren over zijn verrichtingen ten aanzien van de voeding van de militairen. Het liet me denken aan een Guyanese minister aan wie ik een beleefdheidsbezoek moest brengen. Ik had me voorbereid op een kort praatje over de inhoud en methodologie van de training die ik moest verzorgen, maar de minister wilde vooral van de organisator weten wat er op het menu zou staan elke dag en deelde tips voor goedkope maaltijden. (Dit was lang vóór de olie-boom).

Is de bemoeienis van de minister met het eten van de militairen nieuwswaardig? Welnee, het is gewoon deel van het werk op een ministerie van Defensie en niet eens werk dat een minister zou moeten doen. En helemaal geen nieuwsbericht waard.

Met stip op nummer één voor mij als het gaat om low hanging fruits voor verbetering: de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Aardig mens hoor, maar mijn irritatie groeit snel. Mijn eerste trigger betreft twee meetings die het ministerie had georganiseerd.

In augustus was er één met leerkrachten uit het binnenland. Ze werden uitgenodigd voor negen uur, maar toen was er klaarblijkelijk nog niets geregeld dus moesten ze buiten wachten. Vervolgens bleek de zaal niet ingericht, de minister kwam binnen, luisterde naar enkele mensen, vroeg ze hun problemen op papier te zetten, vertelde dat hij een andere meeting had en was weg. Ik hoop dat dit bericht niet op waarheid berust.

En als het wel waar is: kan de minister met spoed worden geleerd dat dit niet getuigt van respect naar de genodigden? En weet je: respect is ook een waarde. En deze wijze van behandeling door het ministerie geeft aan dat het de normen overtreedt, die zijn gekoppeld aan de waarde om respect hebben: men was niet op tijd en toonde geen respect voor de mening en tijd van de deelnemers. Er werd niet echt naar hen geluisterd.

Deze week was er een andere meeting, nu met gepensioneerde leerkrachten die zich hadden aangemeld om weer te worden ingezet. Op zich een prima idee, zestig is echt te jong voor pensioen, velen kunnen heus nog wel een behoorlijk aantal jaren goed functioneren.

Het ministerie had het geweldige succes van hun interventie al gedeeld: meer dan tweehonderd mensen hadden zich geregistreerd. Dat aantal was echter niet gecommuniceerd naar de mensen van het ministerie die de meeting moesten voorbereiden. De zaal was klein, er stonden enorme tafels en meer dan 50 procent van de aanwezigen had geen zitplaats. Eén keer een niet goed voorbereide meeting kan gebeuren. Twee keer is een patroon.

Ook hier weer: respect. Dat vertaalt zich in goed voorbereide meetings, zodat de mensen weten dat ze serieus worden genomen. Zorgen voor voldoende zitplaatsen is een goede indicator daarvan. Waarden en normen – het is niet zo moeilijk.

Maar als minister denken dat er lesjes ‘waarden en normen’ op school kunnen worden verzorgd en dat daardoor pesten ophoudt, leerlingen elkaar niet meer te lijf gaan en de messen thuisblijven? Naïever heb ik het nog niet gehoord. (Merkt u hoe ik uit alle macht de norm van beleefdheid volhoud in mijn woordkeus?).-.

gangadwt@gmail.com