Minister Noersalim: “MCP is letterlijk uitgemolken, volledige directie achter slot en grendel”

door

Minister Mike Noersalim van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft stevige uitspraken gedaan over de situatie bij de Melkcentrale Paramaribo (MCP). Volgens hem is het bedrijf jarenlang leeggeroofd, ondanks bestaande controlemechanismen. “Den man ben merki a magazijn,” zei de minister, doelend op het feit dat het magazijn jarenlang is gebruikt om goederen weg te sluizen.
“Het zal mij niet verwonderen als de justitiële autoriteiten nog meer personen zullen oproepen. Er wordt hard gewerkt aan het onderzoek,” aldus de minister woensdag, voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM).
De regering is volgens Noersalim vanaf dag één gestart met een quickscan van alle ministeries en parastatale bedrijven. De uitkomsten daarvan zijn schokkend. Niet alleen op ministeries, maar ook binnen raden van commissarissen (RvC’s) en overheidsbedrijven zijn ernstige onregelmatigheden aan het licht gekomen.
“Het kan niet zo zijn dat de overheid inkomsten misloopt door frauduleuze handelingen en diefstal,” stelde de minister resoluut. “De regering heeft middelen nodig. Negen van de tien parastatale bedrijven draaien op verlies en zijn afhankelijk van subsidies. Dat is onhoudbaar.”
Als onderdeel van de hervormingsmaatregelen worden nieuwe Raden van Commissarissen (RvC’s) geïnstalleerd bij de bedrijven FAI, Sail en Surzwam. De regering wil hiermee een nieuw tijdperk van verantwoordelijkheid en transparantie inluiden.
De situatie bij MCP springt er echter uit. De volledige directie is inmiddels aangehouden. “Er waren wel controlemechanismen, maar ‘na puspusi ben luku merki’ — achteraf zien we pas wat er misging,” zei de minister. “MCP is letterlijk uitgemolken.”
De minister bekritiseerde ook het functioneren van de voormalige RvC van MCP. “De vorige president-commissaris had een juridische achtergrond en is ook aangehouden. De ODAD van het ministerie was ook lid van de raad. Er werden kasopnames gedaan zonder enige administratieve vastlegging.”
Ondanks de aanwezigheid van jaarverslagen is er veel twijfel over de juistheid van de gepresenteerde cijfers. “Er is geen begeleidende brief van het management, noch een ondertekening. De accountant heeft zelfs aangegeven niet verantwoordelijk te zijn voor de gepresenteerde cijfers,” aldus Noersalim.
Het ministerie voert momenteel een grondige controle uit op de jaarverslagen om te verifiëren welke informatie klopt en welke niet. De relevante documenten zullen later op de dag aan de minister worden overhandigd.
Noersalim sluit af met een oproep om capabele mensen aan te stellen op sleutelposities. “De juiste personen met kennis en ervaring moeten worden geplaatst. Suriname beschikt over voldoende deskundig kader om deze instituten goed te laten functioneren.”