Minister Noersalim: “Geen aanwijzingen van fraude met visvergunningen”

door

Minister Mike Noersalim van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) stelt dat er tot nu toe geen sprake is van fraude bij de uitgifte van visvergunningen. “Ik ben dat tot op heden niet tegengekomen,” aldus de bewindsman. De kwestie kwam eerder in opspraak toen de Guyanese regering stelde dat Suriname vergunningen had beloofd aan Guyanese vissers, die vervolgens nooit zouden zijn verstrekt.
Zowel voormalig minister Parmanand Sewdien als oud-president Chan Santokhi ontkenden destijds dat er enige toezegging was gedaan en noemden de beweringen ongegrond en gebaseerd op verkeerde aannames. De Surinaamse visserijsector kampt al meer dan twintig jaar met structurele problemen, zoals illegale visserij, onduidelijke vergunningstructuren en gebrek aan samenwerking met buurlanden, waaronder Guyana.
Volgens Udo Karg, voorzitter van de Surinaamse Seafood Associatie, zijn vissers in het verleden vaak gebruikt als “stemvee,” waardoor noodzakelijke beheersmaatregelen uitbleven. “Daardoor is de visserij-industrie in Guyana volledig ingestort,” zei Karg in ABC Actueel in september.
De sector is van groot economisch belang voor Suriname. Jaarlijks worden tientallen miljoenen dollars verdiend aan de export van garnalen en vis, voornamelijk naar Europa en de Verenigde Staten. Toch staat de sector onder druk door overbevissing, illegale activiteiten en het ontbreken van heldere bilaterale afspraken.
De spanningen tussen Surinaamse en Guyanese vissers dateren uit de vroege jaren 2000, toen Guyanese vissers zonder vergunning actief waren in Surinaamse wateren. Pogingen tot bilaterale verdragen liepen vaak vast op politieke gevoeligheden en wederzijds wantrouwen. De situatie verslechterde toen Guyana eenzijdig visvergunningen uitgaf, wat leidde tot grensoverschrijdende spanningen en geweldsincidenten op zee.
Experts en sectorvertegenwoordigers pleiten al jaren voor een gezamenlijke, duurzame aanpak, met nadruk op samenwerking in maritieme surveillance, wetenschappelijk onderzoek en quota-afspraken, naast wetshandhaving.
Minister Noersalim benadrukt dat het ministerie de ontwikkelingen nauw volgt en openstaat voor constructieve dialoog met buurlanden, mits dit gebeurt binnen duidelijke juridische en diplomatieke kaders.