Minister Noersalim: “Agrarische sector kampt met structurele problemen, tijd voor duidelijke aanpak”

door

Er zijn door de jaren heen voldoende plannen gemaakt voor de ontwikkeling van de agrarische sector, maar de uitvoering ervan is vaak uitgebleven. “Plannen op papier zijn niet genoeg. Eerlijke uitvoering is cruciaal, en daaraan ontbreekt het helaas soms bij mensen in de praktijk,” zegt minister Mike Noersalim van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV).
Volgens Noersalim werkt het ministerie momenteel intensief samen met verschillende actoren en subactoren binnen de sector. Zo zijn er gesprekken gevoerd met exporteurs van groenten en fruit, waarbij belemmeringen in de interpretatie van wet- en regelgeving naar voren kwamen.
De bijdrage van de agrarische sector aan het bruto binnenlands product is gedaald van 11 naar slechts 5 procent. De minister stelt dat dit niet langer vanuit een bureaubenadering kan worden opgelost. “We hebben een duidelijke aanpak nodig, op elk niveau binnen de keten.”
Er zijn in de afgelopen weken meermaals gesprekken gevoerd over de knelpunten in de sector. De boeren in Nickerie, bijvoorbeeld, verkeren al geruime tijd in een vicieuze cirkel van beperkte toegang tot markten en kapitaal. “Je kunt nog zo veel plannen hebben, maar als mensen niet eerlijk handelen, zal geen enkel plan slagen,” zegt Noersalim.
De minister meldt dat een laboratorium dat momenteel in aanbouw is, naar verwachting volgend jaar zal worden opgeleverd. Dat moet de mogelijkheid bieden tot meer onderzoek, innovatie en kwaliteitscontrole binnen de sector.
Hooglandrijst krijgt daarbij bijzondere aandacht. Er is vanuit landen als Jamaica, Mexico en Nederland interesse getoond. De productie is volledig biologisch, maar momenteel produceren de boeren nog vooral voor eigen consumptie. Om over te kunnen gaan tot export, zou er ten minste twee keer per jaar geproduceerd moeten worden.
Noersalim benadrukt dat het ministerie niet verantwoordelijk is voor berichten waarin mensen worden opgeroepen zich te bundelen in coöperaties voor hooglandrijst. “Dat is geen initiatief vanuit het ministerie,” stelt hij duidelijk.
Een nieuw agroplan zal binnenkort gepresenteerd worden. In de regeerperiode vóór 2020 was er al gewerkt aan een masterplan, maar dat is nooit uitgevoerd. De bedoeling is nu om dat plan te herzien, aan te passen en opnieuw aan de samenleving voor te leggen.
President Jennifer Geerlings-Simons gaf aan dat Suriname organisatorisch niet sterk is. “Er moet opnieuw gekeken worden naar de plannen uit het verleden. Werkgroepen zullen worden geïnstalleerd om de uitvoering van nieuwe projecten te begeleiden,” aldus de president.
Er zijn gesprekken gaande met de private sector, die eveneens betrokken zal worden bij de uitvoering van projecten. Daarbij wordt ook gekeken naar welke producten kansrijk zijn voor export, onder meer naar Barbados. President Simons heeft aangekondigd in contact te zullen treden met premier Mia Mottley van Barbados om te bespreken welke Surinaamse producten daar in trek zijn.
Een belangrijk knelpunt is dat Suriname van bepaalde producten onvoldoende produceert om aan de exportvraag te voldoen. Kwaliteitsverbetering en productie-uitbreiding zijn daarom prioriteit. De rijstsector kende recent een dip in de marktprijs. De minister heeft gesprekken gevoerd met belanghebbenden, waarna de rust is teruggekeerd.
“Met rijst kan veel meer worden gedaan,” aldus de president. “Naast consumptie kan het ook worden ingezet voor diervoeder en andere producten. We moeten hierop inspelen.” De regering werkt momenteel aan een uitgebreide lijst van knelpunten bij agrobedrijven en ontwikkelt plannen gericht op productie, verwerking, afzet én aansluiting op sectoren zoals olie en gas. Binnen drie maanden moet het nieuwe agroplan klaar zijn. Hooglandrijst blijft daarbij een belangrijk speerpunt.