Minister Monorath: ‘Diefstal van geld en sieraden op politiebureau Keizerstraat verwerpelijk’

Tekst en beeld Valerie Fris

PARAMARIBO — “Het kan toch niet dat spullen van mensen, binnen een politiebureau en tijdens de aanwezigheid van politieagenten, verdwijnen?! Het kan niet, mag niet en hoort niet thuis bij de politie. Ik vind dit gedrag verwerpelijk!” Zo omschreef minister Harish Monorath van Justitie en Politie woensdag zijn mening over de diefstal van geld en sieraden van een juwelier op het politiebureau Centrum aan de Keizerstraat. De man was aangehouden wegens verduistering en oplichting.

De afdeling Onderzoek Personeelszaken (OPZ) is een onderzoek gestart. Twee onderinspecteurs zijn “onmiddellijk buiten functie gesteld”, deelde Monorath woensdag mee. “Ik kan u zeggen dat dit niet het gedrag is van alle politiemensen, maar dit schaadt wel het imago van de politie. Gelukkig heeft ook de politiebond een oproep gedaan aan haar leden om dit soort gedrag achterwege te laten”, merkte de minister op.

“Ik kan u zeggen dat dit niet het gedrag is van alle politiemensen, maar dit schaadt wel het imago van de politie”Juspol-minister Harish Monorath

Monorath stelde dat hij bij zijn aantreden kennis nam van twee zaken, waarbij politieagenten van politiepost Munder en één van de Narcoticabrigade betrokken waren. “We hebben onderzoek gedaan en de verantwoordelijken aangepakt. Het onderzoek van de zaak op Munder is reeds afgerond en de politie zal daar zelf verslag over doen”, onthulde hij.

Opleiding en arrogantie

De bewindsman zei bezig te zijn om de politieacademie te maken tot een internationaal erkende opleiding, te vergelijken met die van de militairen. Ook zou hij dat niveau willen hebben voor alle veiligheidsdiensten, zodat de korpsen zullen beschikken over beter gekwalificeerde functionarissen.

Monorath gaf ook nog mee dat toen hij, ruim twee maanden geleden bij de overname van het ministerie, aangaf dat men hem niet moest testen, hij bedoelde dat er grenzen zijn die niet mogen worden overschreden. “No test mi was niet arrogant bedoeld, maar mensen moeten beseffen dat er voor alles een grens is”, verduidelijkte hij woensdag vóór aanvang van de ministerraadsvergadering.