Minister Landveld bespreekt knelpunten met luchtverkeersleiders na recente verstoring luchtverkeer

Minister drs. Raymond Landveld van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) heeft een constructief overleg gevoerd met de vertegenwoordigers van de Suriname Air Traffic Controllers Association (SACTA), de bond van luchtverkeersleiders. Tijdens de bijeenkomst werd uitvoerig gesproken over de actuele personeelsproblemen, de operationele druk binnen de luchtverkeersleiding en de noodzaak tot duurzame oplossingen.

Het gesprek vond plaats in de nasleep van de recente situatie waarbij meerdere luchtverkeersleiders zich ziek hadden gemeld, waardoor het luchtverkeer tijdelijk werd beïnvloed en een KLM-vlucht moest uitwijken naar Frans-Guyana.

De minister benadrukte dat het nooit zijn intentie is geweest om de communicatie met de bond te vermijden, zoals in sommige mediaberichten werd gesuggereerd. Hij gaf aan dat open dialoog en transparantie essentieel zijn voor een gezonde samenwerking tussen het ministerie en de luchtvaartsector.

Tijdens het overleg bracht SACTA verschillende urgente vraagstukken naar voren die de dagelijkse operatie en werkomstandigheden van de luchtverkeersleiding beïnvloeden. De bond gaf aan dat de luchtverkeersleiding momenteel beschikt over 25 volledig gekwalificeerde luchtverkeersleiders, die allen actief werkzaam zijn binnen de dienstroosters.

Desondanks blijft de operatie kwetsbaar, gezien de hoge werkdruk en het frequente beroep op invaldiensten en zogenoemde Single Person Operations (SPO’s), waarbij één luchtverkeersleider een dienst alleen draait. Dit is volgens de bond niet in overeenstemming met internationale veiligheidsnormen en verhoogt de operationele druk aanzienlijk.

Daarnaast werd gewezen op de financiële uitdagingen waarmee de luchtverkeersleiders te maken hebben. Overwerk wordt regelmatig verricht, maar de uitbetaling van de vergoedingen verloopt niet altijd tijdig. SACTA herhaalde daarom haar oproep tot een loonsverhoging van 100%, om het beroep aantrekkelijk te houden, uitstroom van ervaren krachten te voorkomen en nieuwe instroom te stimuleren.

Verder werd aangegeven dat het aantal vliegbewegingen momenteel gemiddeld ongeveer 157 per dag bedraagt en naar verwachting zal toenemen tijdens de komende feestperiode, wat de druk op het bestaande personeel verder vergroot.

De bewindsman ging tijdens het overleg uitgebreid in op de genoemde knelpunten en gaf aan dat de uitbetaling van overwerkvergoedingen zijn aandacht heeft. Verder lichtte de minister toe dat er onlangs een overeenkomst is gesloten met de Inter-American Development Bank (IDB) om de luchtvaartdienst te versterken. Binnen dit programma wordt een Project Execution Unit (PEU) opgericht, waarvan de sollicitatieprocedure reeds is gestart.

Vanuit de IDB zal in totaal 25 miljoen Amerikaanse dollar beschikbaar worden gesteld, waarvan 5 miljoen specifiek wordt ingezet voor de modernisering van apparatuur en digitalisering van systemen. De bond gaf aan dat het huidige netwerk- en communicatiesysteem binnen de luchtverkeersleiding kwetsbaar is bij storingen van reguliere providers.

Algemeen Directeur van TCT, mevrouw Faridy Lila, bevestigde dat de zorgen gegrond zijn en dat het verzoek om een eigen netwerk serieus wordt bekeken. Hierbij zal rekening worden gehouden met de bestaande wetgeving, aangezien momenteel enkel Telesur en Digicel als providers actief zijn. De minister gaf aan dat dit onderwerp nader zal worden bestudeerd en dat voorlopig gewerkt zal worden met Telesur bundels als tijdelijke oplossing.

Wat betreft de opleiding tot assistent-luchtverkeersleider meldde de waarnemend directeur van Transport, dhr Verno Prijor, dat de middelen hiervoor reeds door het Ministerie van Financiën zijn overgemaakt, waardoor de training kan worden voortgezet.

Binnen het IDB-project is bovendien opgenomen dat de luchtvaartdienst op termijn meer zelfstandigheid zal verkrijgen, wat de efficiëntie en financiële stabiliteit ten goede zal komen. Tijdens het gesprek kwam ook naar voren dat er momenteel twee afzonderlijke Staatsbesluiten bestaan: één voor de luchtverkeersleiders en één voor de ondersteunende diensten. De bond wees op de loonverschillen die hierdoor ontstaan. Minister Landveld gaf aan dat hij dit vraagstuk grondig zal onderzoeken, omdat er binnen één dienst sprake moet zijn van gelijke behandeling.

Met betrekking tot de gevraagde loonsverhoging van 100% gaf de minister aan dat dit verzoek zorgvuldig zal worden bestudeerd binnen het bredere kader van organisatie, structuur en financiële haalbaarheid. Ook werd gesproken over overwerk- en incentive vergoedingen voor aspirant-luchtverkeersleiders.

De Algemeen Directeur, mevrouw Faridy Lila, gaf aan dat hierover overleg gaande is met de afdeling Begroting en Financiën (BFZ) om de juiste berekeningen te maken. Daarnaast werd afgesproken dat de bond een voorstel mag indienen voor een aangepast rooster voor de aspiranten, aangezien er geen bezwaar bestaat tegen het aanpassen van de roosters.

...