Melissa

GANGA / Sharda Ganga

Het blijft een wonderlijk toeval dat we leven in een land met veel minder risico op natuurrampen. Ja, natuurlijk ken ik de grap ook, over de Haïtiaan die aan God vraagt: ‘Waarom heeft u de rampen zo oneerlijk verdeeld? Wij hebben te maken met orkanen, aardbevingen, overstromingen, aardverschuivingen, maar Suriname? Wat heeft u Suriname gegeven? Neks!”. Waarop hij als antwoord krijgt: “Heb je de politici gezien die ik daar heb gedropt?”

Het is een grapje dat niet eens zo grappig is, en bovendien ook niet helemaal zuiver. Ook Haïti heeft last, nog veel meer, en veel erger dan wij, van politieke leiders die regelrechte rampen zijn, maar dit ter zijde.

“Ik besef steeds weer hoe verwend ik ben, als ik kijk naar de beelden van mensen die misschien al tien keer in hun leven hun have en goed kwijt zijn geraakt”

Toen ik mijn vorige column schreef, vorig week donderdag, volgde ik met een half oog de weerberichten. Melissa dreigde van tropische storm uit te groeien tot een orkaan, en het had er alles van dat ze Jamaica zou bezoeken. En ik stond ook op het punt daar naar toe te vertrekken, maar de lust verging me steeds meer. Konden we afzeggen, vroegen collega Rayah en ik ons af. Of zou het allemaal wel meevallen? Maar wat als het niet meeviel en wij zouden stranden op het eiland, voor wie weet hoe lang. En wat als er overstromingen zouden zijn, en geen electriciteit, en geen wifi en jeetje, moesten we echt gaan naar die meeting? Gelukkig kwam het verlossende woord – laat ‘s avonds: meeting verschoven vanwege Melissa.

Ik kijk ook nu weer naar de ravage die een natuurramp teweeg bracht in een land en vroeg me af hoe mensen dat doen die leven op plekken waar er elk jaar orkaanseizoenen zijn. Weten dat er elk jaar wel een paar hevige stormen zullen komen, en hopen en kraken dat die niet uitgroeien tot verwoestende orkanen. Of wonen op plekken waar je weet dat er met de regelmaat van de klok aardbevingen zijn, of overstromingen. Hoe doe je dat?

Te leven in onzekerheid, elk jaar hopen dat er geen gedwongen evacuaties zullen zijn, dat je huis gespaard zal blijven, dat je oogst niet wordt weggevaagd samen met je veestapel, je vissersboot kapotgeslagen, de ziekenhuizen vernield, electricteitsmasten omver geblazen, voedsel dat steeds schaarser wordt.

Toch geven de mensen het niet op. De veerkracht is verbazingwekkend. De dag na de storm wordt opgeruimd, worden resten verzameld, en wordt gekeken naar hoe verder. Niet bij de pakken neerzitten, ademhalen en opnieuw beginnen. Ik kijk ernaar en schaam me dan voor mijn chagrijn als ik een paar uur verstoken ben van electriciteit. (Behalve bij donder en bliksem, dan heb ik begrip dat de technische ploeg echt niet in een mast gaat klimmen.) Ik besef steeds weer hoe verwend ik ben, als ik kijk naar de beelden van mensen die misschien al tien keer in hun leven hun have en goed kwijt zijn geraakt.

Vergeleken met een heleboel van onze Caribische buren hebben wij groot geluk. We liggen buiten de orkaanzone, daarom hebben we de ruimte om op langere termijn te plannen, bouwen en ontwikkelen, zonder dat we elk jaar onze adem inhouden. Is het dan niet eeuwig zonde dat we onszelf zo vaak boycotten, en ons zo vaak hebben laten gijzelen door benepen, arrogante, kortzichtige, eigenbelangdienende figuren?

Help me hopen dat het tij keert.

gangadwt@gmail.com