Maaltie Sardjoe, gewezen directeur van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD), werd per 19 juli 2021 aangesteld als onderdirecteur bij Bedrijf Geneesmiddelen Voorziening Suriname (BGVS), met dien verstande dat deze functie automatisch overgaat naar de functie van directeur op het moment dat de arbeidsovereenkomst met de toenmalige zittende directeur rechtsgeldig beëindigd zou zijn.
Wat mij als eerste opviel in de arbeidsovereenkomst (bijlage 1) van Sardjoe, was een risicotoelage van tweeduizend SRD per maand. Risicotoelagen worden in de regel toegekend aan werknemers die een risicovol beroep uitoefenen, bijvoorbeeld voor werk dat onder gevaarlijke omstandigheden wordt uitgevoerd, wat een hoger risico op invaliditeit of overlijden met zich meebrengt; een toelage die ook bekendstaat als een toelage voor gevaarlijke werkomstandigheden.
Wat voor risico Maaltie Sardjoe loopt in haar beroep als onderdirecteur/directeur BGVS, is mij een raadsel. Ik ontkom niet aan de indruk dat hier willekeurig een modus bedacht is om meer salaris te ontvangen. Dit, met medewerking van gewezen minister van Volksgezondheid, Amar Ramadhin.
Wat ook opviel in de arbeidsovereenkomst (AO), is dat de RvC niet gehoord is geweest, anders zou dat vermeld zijn in de AO. Volgens artikel 4 lid 2 Decreet E-37 worden de onderdirecteur en directeur door de minister van Volksgezondheid benoemd, nadat de RvC gehoord is. Uit research is gebleken dat de voorzitter van de RvC wel aanzat bij de besprekingen met haar en de minister, maar er is nimmer een formeel advies gevraagd aan de RvC als orgaan binnen BGVS.
Auto van US$ 1200 per maand
In het begin van haar aanstelling heeft zij autokosten gedeclareerd ten bedrage van US$ 20 per dag, in totaal US$ 6000 voor tien maanden. Daarna ging zij ertoe over om een luxere auto te rijden van US$ 40 per dag. Dit, terwijl de BGVS sinds mensenheugenis kampt met tekorten aan financiële middelen. De directeur had in deze de tering naar de nering moeten zetten. Vermeldenswaard is dat zij voor de huur van de eerste auto geen huurovereenkomst met enig autoverhuurbedrijf heeft kunnen overleggen toen ernaar gevraagd werd.
Arbeidsovereenkomst stilzwijgend verlengd
Blijkens artikel 6 van de AO werd zij aangesteld voor vijf jaar en wordt haar dienstverband geacht stilzwijgend te zijn verlengd met vijf jaar indien de dienstbetrekking niet opgezegd wordt. Nu blijkt dat zij op 26 februari 2025 haar pensioengerechtigde leeftijd van zestig jaar heeft bereikt. Gewezen minister Amar Ramadhin is door de RvC hierop gewezen, maar desondanks is hij hierop niet ingegaan.
Na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is het bestendig gebruik dat het dienstverband met wederzijdse instemming met één of twee jaar verlengd wordt, in gevallen waarbij er geen geschikte opvolger gevonden wordt of in het belang van de bedrijfsvoering. Dat zij onmisbaar is bij BGVS, is mij niet gebleken.
Een lange geschiedenis van wanbeheer
Ik breng u in herinnering dat zij als directeur van RGD in het jaar 2004 een wurgcontract via de politiek (via haar vader als vicepresident toen) geregeld had dat zij tot haar pensioengerechtigde leeftijd doorbetaling van salaris zou krijgen, ook indien zij ontslagen zou worden. Een unicum en wereldprimeur voor Suriname was dat.
Uit pagina 32 van een accountantsonderzoeksrapport van het jaar 2019 blijkt dat in de periode 2012-2015 voor bijkans vijftig miljoen SRD babyvoeding is gekocht, maar niets is geadministreerd. Er is geen controle mogelijk op hoeveel babyvoeding in het magazijn binnengekomen is en hoeveel eruit gegaan is en naar wie of welke instantie. Het valt niet uit te sluiten dat hier ordinair verduisterd is. Hoewel volgens de geboorte-index er geen evenredige toename in geboortes was in het jaar 2013, is in dat jaar een plotselinge stijging in aankoop van 329.000 blikken extra babyvoeding ten opzichte van andere jaren vastgesteld.
Ik citeer een passage uit het onderzoeksrapport:
“Hierdoor is op elke blik babyvoeding, die RGD boven de behoefte heeft verkocht, onterecht SRD 7,77 subsidie op de staat geclaimd en hebben derden buiten de doelgroep, waarvoor dit project bestemd was, hieruit voordeel getrokken voor minimaal SRD 2.556.330,00. Bovendien is dit voordeel behaald met inzet van financiële middelen van de staat ten bedrage van minimaal SRD 3.908.000,00.”
Tevens las ik in het rapport dat de bestemming van ICT-middelen ter waarde van SRD 942.604,00 niet te verklaren was uit de overlegde administratie.
Ik wil u een andere passage uit het rapport voorhouden:
“Het magazijn te Lelydorp had een tekort aan voorraden ten bedrage van SRD 2.682.421,00 in het jaar 2017. Dit is besproken met de afdeling Finance. De afdeling Finance heeft geen verklaring kunnen afleggen.”
Als dit allemaal niet genoeg is, is er stelselmatig sprake geweest van overbestedingen bij bouwprojecten ten behoeve van RGD, zonder administratieve verantwoording. In totaal is SRD 7.056.186,42 extra uitgegeven vanwege onverklaarbare overbestedingen (zie afbeelding hieronder). Deze dateren van de periode 2011-2017, toen de wisselkoers nog heel laag was. Ter attentie: in het rapport wordt ook de naam van waarnemend algemeen directeur E. Noordzee genoemd, maar het neemt niet weg dat Sardjoe de hoogste leiding had en dus functioneel en hiërarchisch de verantwoordelijke was. Bij de bouwprojecten had zij zelfs de directe regie.
Conflict of interest bij laboratoriumdiensten
Uit het onderzoek is gebleken dat in 2017 lab-artikelen, met name handschoenen, zijn gekocht bij Quality Lab Supplies die US$ 11.700,00 duurder waren dan de offerte van Intermed. Dit besluit is genomen door de procurementmanager en de waarnemend algemeen directeur, E. Noordzee. Pikant detail is dat de eigenaar van Quality Lab Supplies, de heer Levi Herman Ingibe, tevens de labmanager was bij RGD vanaf 2013.
Dus een werknemer van RGD leverde tevens externe lab-diensten. Quality Lab Supplies had een overeenkomst met RGD voor het leveren van laboratorium equipment, consumables, verbruiksartikelen etc. op structurele basis, niet op incidentele basis.
Dit alles heeft zich afgespeeld met Maaltie Sardjoe als hoogste leidinggevende bij RGD. Het is zeer de vraag of bij BGVS, waar zij thans directeur is, ook niet een dergelijk wanbeheer wordt gevoerd. De dwarsdenkende leden van de RvC bij RGD heeft zij in samenspraak met gewezen minister van Volksgezondheid (Amar Ramadhin) stelselmatig ontheven. Ook dat roept vragen op.
Politiek als verdienmodel
Gelet op het bovenstaande, valt niet uit te sluiten dat zij onderdeel is geweest van een criminele bende bij RGD en dat zij dus persoonlijk profijt heeft gehad van het eerdergenoemde wanbeheer bij RGD. Ik breng u als herhaling in herinnering dat zij tot haar pensioengerechtigde leeftijd bezoldigd zou worden, ook als zij vroegtijdig ontslagen zou worden. Haar toekomst was geplaveid door de politiek. In de periode 2020-2025 was zij vicevoorzitter van de Staatsraad en tegelijkertijd ook directeur van BGVS.
Thans is zij wederom voorgedragen als lid van de Staatsraad. Ik vraag mij af of dit geen conflict of interest is als zij als lid van de Staatsraad zal adviseren over zaken BGVS rakende, waarvan zij tevens de directeur is.
Hetzelfde geldt ook voor Urmila Ramlagansingh, die van de politiek een verdienmodel heeft gemaakt. Eerst minister van Binnenlandse Zaken, daarna ambassadeur in Den Haag, vervolgens adviseur van het kabinet van de president en tegelijkertijd ook vicevoorzitter van de Staatsraad. Thans wederom lid van de Staatsraad tijdens regering-Simons, maar nog steeds adviseur van het kabinet (conflict of interest?).
Ik vraag mij af of er binnen de VHP geen andere personen zijn die deze ambten kunnen bekleden. Is er niemand binnen de VHP die inziet dat ambten geen monopolie mogen zijn van een selecte groep figuren die likken naar boven, maar schoppen naar beneden?
Sunil Sookhlall
sunil.sookhlall@hotmail.com
Facebook