“We zijn hier samengekomen rond een thema dat ons allemaal aangaat: ‘hoe wij onze voorouders en wijzelf ieder op onze eigen manier in Suriname terecht zijn gekomen’. Al die verschillende routes, ontmoetingen en vermengingen, vaak onder moeilijke omstandigheden, vormen samen het Suriname dat we nu kennen.” Zo sprak ‘gastheer’ Gerard Alberga, directeur van het Openlucht Museum in Commewijne zaterdag tijdens de viering van Wereld Toerismedag.
Tekst en beeld Sharon Singh
Bezoekers werden verwelkomd met muziek, dans en een mini-tour door het Fort Nieuw-Amsterdam. Alberga zei dat het in het museum niet alleen draait om het bewaren van erfgoed, “maar vooral om het tastbaar en voelbaar maken van onze verhalen, zodat we ervan kunnen leren en samen kunnen groeien”. “Toerisme geeft ons de mogelijkheid om die verhalen te delen, met elkaar én met de wereld. Het brengt mensen dichter bij ons erfgoed én bij elkaar.”
“Wat we wel zelf in handen hebben, is hoe we onze eigen sectoren ontwikkelen. En toerisme is daar een prachtig voorbeeld van” TCT-minister Raymond Landveld
Achterstand
Districtscommissaris Rajiv Ramsahai was het eens met Alberga. “Ons district heeft een rijke plantagegeschiedenis. Onze voorouders kwamen uit alle hoeken van de wereld. Samen zijn we Surinamers geworden. Dat maakt ons land uniek.”
Hij merkte op dat het land de culturele rijkdom nog lang niet optimaal benut. “Als je kijkt naar kleinere landen in de regio die miljoenen verdienen aan toerisme, dan zie je dat we nog een lange weg te gaan hebben. We moeten echt meer investeren in goede infrastructuur, faciliteiten én een beter ondernemingsklimaat.” Als voorbeeld noemde hij Braamspunt, een natuurgebied met indrukwekkende zandbanken, dat nog nauwelijks is ontwikkeld.
Met de komst van de olie- en gasindustrie naar Commewijne, ontstaan er volgens hem ook nieuwe kansen. “Maar dan moet de overheid wel meebewegen. Ondernemers hebben steun nodig, er moeten meer gronden beschikbaar komen en het openbaar vervoer moet beter geregeld worden. Alleen zo maken we van toerisme een sterk product”, vond Ramsahai.
Bereikbaarheid
Historica Mildred Caprino vertelde over de tijd dat er nog geen brug naar Commewijne. “Dit is een plek met geschiedenis, maar ook met nieuwe energie. Wist u dat de bouw van dit fort begon in 1734 en pas in 1747 klaar was? De kolonisten hadden onderling veel onenigheid, maar de echte bouw werd gedaan door tot slaaf gemaakte mensen.”
Ze vertelde ook dat de heuvels bij de ingang niet door bulldozers of kranen zijn ontstaan, maar door tot slaaf gemaakten die alleen met de handen en voeten in vette klei dammen stampten, op het ritme van trommels. Muzikale ritmes die vandaag nog klinken, vinden daar hun oorsprong.
In 1965 kreeg het fort een nieuwe functie als openluchtmuseum. James Douglas, oud-politiekorpschef en later districtscommissaris van Commewijne, trok aan de bel. Hij zag de verloedering en besloot er iets aan te doen. Zo werd het plantagehuis nagebouwd, kwamen er kanonnen bij en kreeg het erfgoed weer een gezicht.
Caprino waarschuwde dat erfgoed ook makkelijk verloren gaat. “Het bronzen monument bij de samenvloeiing van de rivieren is al jaren spoorloos. Net als de bril van Gandhi en het borstbeeld van Johanna Schouten-Elsenhout, elders in het land. Hoe willen we toeristen aantrekken als we onze eigen geschiedenis kwijtraken?”
Ze haalde ook het gebrek aan openbaar vervoer aan. “Een prachtig museum is mooi, maar wat als mensen er niet kunnen komen? Mensen uit Flora kunnen op zondag niet eens met lijn 9 hiernaartoe. En in Commewijne zelf is het vervoer op deze dagen ook slecht geregeld. In Coronie wacht je soms twee uur op een bus, terwijl dat district juist zoveel mooie dingen heeft van kokosolie tot bijenteelt. We moeten de verbinding echt verbeteren, letterlijk en figuurlijk.”
(lees verder onder de )
De verhalen die werden verteld tijdens de korte rondleiding om Fort Nieuw-Amsterdam waren herkenbaar vanwege de vele overeenkomsten met de overige plantages waar tot slaaf gemaakten werkten.
Toerisme als drijvende kracht
Rabin Boeddha, directeur Toerisme van het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), benadrukte hoe belangrijk het is om stil te staan bij deze dag, maar vooral om kritisch te kijken naar wat toerisme voor het land kan betekenen. “Het thema van dit jaar is Tourism and Sustainable Transformation. En dat gaat over duurzaamheid: ‘hoe we het milieu beschermen, zorgen voor eerlijke arbeidsomstandigheden en ons cultureel erfgoed behouden’. Want toerisme kan een eeuwigdurende motor voor onze economie zijn als we het goed aanpakken.”
Olie, hout en bauxiet raken op. “Toerisme niet. Als we het duurzaam ontwikkelen, kunnen we er altijd op bouwen.” Hij wees ook op het toerismefestival dat vorig jaar in verschillende districten werd gehouden, met als hoogtepunt een driedaags evenement bij Roeli’s in Wanica met internationale gasten. “Dat soort initiatieven zorgen voor bewustwording. En daar begint het allemaal mee.”
Genieten van eigen land
TCT-minister Raymond Landveld noemde toerisme wereldwijd inmiddels de grootste economische sector. “In 2024 droeg het, samen met de rijstsector, ongeveer 10 procent bij aan het wereldwijde bruto nationaal product. Dat komt neer op 10,9 biljoen Amerikaanse dollar.” Daarmee zijn er wereldwijd zo’n 360 miljoen mensen die direct of indirect in het toerisme werken. “Van elke negen mensen op aarde werkt er één in deze sector.”
Toch gaat toerisme volgens de bewindsman niet alleen om buitenlandse bezoekers. “Ook wij Surinamers moeten leren genieten van ons eigen land. Daar begint het mee.” Hij haalde herinneringen op aan zijn studententijd, toen hij met vrienden naar Braamspunt ging. “We speelden spelletjes, lachten veel en beloofden elkaar dat we dit later nog eens zouden doen. Onze verhalen zijn waardevol. Ze zijn goed voor de economie, maar vooral voor onze samenleving.”
Daarom vindt hij dat toerisme alleen succesvol kan zijn als er ook wordt geïnvesteerd in onderwijs, infrastructuur, cultuur en in de samenleving. “Als we willen dat toerisme een drijvende kracht van onze economie wordt, moeten we het ook zo behandelen. En ja, we hebben olie en gas, maar we zijn geen wereldspeler in die markten. Wij bepalen de prijzen niet. Wat we wel zelf in handen hebben, is hoe we onze eigen sectoren ontwikkelen. En toerisme is daar een prachtig voorbeeld van”, aldus Landveld.
De dansgroep The Myztikalz beeldde tijdens haar act de verschillende culturen uit.
- Suriname en Azerbeidzjan schaffen visumplicht af voor diplo…..
- Onderminister Jadnanansing bespreekt samenwerking met OIC..
- Volksgezondheid versterkt paraatheid tegen luchtwegvirussen..
- Suriname roept VN op tot meer investeringen in jeugd..
- Caribische media versterkt in rampenvoorbereiding dankzij p…..
- Vrouw overrompeld en beroofd bij toilettengroep..
- Mahjong Drive ter ere van 172 jaar Chinese Immigratie..
- Li Qiang: VS en China moeten ‘in dezelfde richting’ samenwe…..
- Ramautarsing wil transparantie rond handelingen echtgenoot …..
- Soeropawiro: ‘Wij zijn door het volk neergezet, om voor het…..
- Deelname Kustwacht van Suriname aan SEACOP Joint Maritime C…..
- Versterking van de surveillance en paraatheid bij onverwach…..
- Suriname en Trinidad and Tobago willen bilaterale Chamber o…..
- PALU: Regering moet diplomatieke signalen naar Guyana zorgv…..
- Suriname enige land binnen CARICOM dat onderverdeling van A…..
- Mendelcollege, AMS en DIN starten internationale samenwerki…..
- Geen voorlichting over ziekten vanuit de overheid..
- Monorath: ‘Niet testen is geen uiting van arrogantie’..
- President Simons en Saoedische minister bespreken intensive…..
- Minister Currie: “Samenwerking en mentaal welzijn van leerk…..
- Premier Schoof komt naar Suriname voor Onafhankelijkheidsda…..