DE SNIJD / Armand Snijders
Op 11 september overleed Indra, of Marijke zo u wilt. Ik kende haar onvoldoende om naar aanleiding van haar dood aan pakkende ‘In memoriam’ te schrijven. Dat mogen anderen doen. Die kunnen vast veel treffender haar leven de revue laten passeren. Bovendien mochten wij elkaar niet zo, dus het zou een negatief geladen levensbeschrijving worden. En dat heeft ze ook niet verdiend.
Als ik aan haar terugdenk, komt vooral de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw weer bovendrijven. Want het is aan haar te danken dat door de gebeurtenissen van toen deze column ‘De Snijd’ heet.
“Het liefst wil ik haar nu herinneren als de Indra, die geschiedenis schreef door de eerste vrouwelijke parlementsvoorzitter van Suriname te worden en daarmee een lans heeft gebroken voor vrouwen die na haar geschiedenis konden schrijven”
Dat zit zo: ik had in die tijd veelvuldig contact met haar, omdat zij na de verkiezingen van 1996 onder leiding van grootondernemer en VHP-sponsor Dilip de oranje partij had laten vallen en met een aantal andere gekozen assembleeleden met de nieuw opgerichte Basispartij voor Vernieuwing en Democratie (BVD) de NDP-regering onder president Jules mogelijk had gemaakt.
Zij koos niet voor een ministerspost, maar werd wel beloond met het voorzitterschap van De Nationale Assemblee en stootte daarmee Jagernath Lachmon van de troon, een actie die hij haar nooit heeft vergeven.
Ze schreef in ieder geval wel geschiedenis door als eerste vrouw de voorzittershamer te mogen hanteren. Ze intrigeerde mij, niet in de laatste plaats doordat zij het als kinderjuf zover had weten te schoppen. Ik vond dat destijds wel toepasselijk, want het parlement had toen ook al iets van een kleuterklasje. Al was de situatie van toen niet te vergelijken met de zeer kinderachtige taferelen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden.
Maar goed, ik vertrok eind 1996 voor een jaartje naar Curaçao en bleef het gebeuren in Suriname op de voet volgen, in de wetenschap dat ik terug zou keren. Ik leverde toen al af en toe stukjes aan de Ware Tijd, die ik per fax opstuurde.
In april 1997 kwam ze naar Willemstad aan het hoofd van een Surinaamse handelsdelegatie. Dat was voor mij natuurlijk reden om haar te interviewen. Een afspraak was snel geregeld via mijn vriend Sonny (de consul-generaal ter plekke, over wie ik enkele weken geleden had geschreven). Zondagmiddag zou dat plaatsvinden in het thuishonk van de Surinaamse Vereniging, Justitia Pietas Fides.
Het (nood)lot wilde dat op de vrijdag daarvóór een heuse bombrief werd bezorgd bij Dilip thuis die door zijn vrouw werd geopend, die daardoor ernstige verwondingen opliep aan haar hand. Dat weten de wat oudere lezers vast nog wel; er werd schande van gesproken.
Dus toen ik Indra zondag sprak, begon ik gelijk daarover. Ze was nog zichtbaar getroffen door het voorval en wekte in eerste instantie de indruk dat ze daar liever niet over wilde praten. Toen ik haar vroeg haar ‘Wie denk je dat daarachter zit?’, mompelde ze diplomatiek: ‘dat weet ik niet hoor’.
Maar toen ik vervolgens zei ‘denk je dat het vanuit de VHP-hoek kwam?’ was het gedaan met de diplomatiek verantwoorde antwoorden en reageerde ze opvallend fel: ‘Nou, dat zou best kunnen!’ Het was alsof er een vuurtje bij haar was aangestoken en alle frustraties over de tegenwerkingen en andere rommel die zij en de BVD in de maanden daarvoor over zich hadden gehad, in één keer aan de oppervlakte kwamen drijven.
Er volgde een betoog over een complottheorie, waar zelfs buitenlandse inlichtingendiensten bij betrokken zouden zijn. Maar vooral Jagernath en de VHP moesten het ontgelden en kregen de schuld in de schoenen geschoven. Mijn mati Sonny volgde het allemaal sprakeloos en met toenemende verbijstering.
Diezelfde avond heb ik haar ontboezemingen doorgefaxt naar de Ware Tijd, die er op maandag prominent mee opende. Het stuk sloeg in als een bom. Ik werd om acht uur ’s morgens op de redactie van de krant waar ik werkte gebeld door Atta, de toenmalige BVD-minister van Financiën. Die wilde van mij weten of ze het echt had gezegd. Ik bevestigde dat en zei dat Sonny dat kon beamen. Atta zat duidelijk met de kwestie in zijn maag en belde mij nog vele malen in die week.
Een week lang waren de uitlatingen van Indra hét onderwerp van gesprek in Suriname. Zij wilde Suriname eerst doen geloven dat ik het allemaal had verzonnen, maar toen ze besefte dat ik het gesprek op band had en dat Sonny het kon bevestigen, veranderde haar verhaal. Ik zou haar een suggestieve vraag hebben gesteld en haar daarmee op het verkeerde been hebben gezet. Dat sloeg natuurlijk nergens op.
Iedereen had vervolgens wel een mening over de kwestie en zelfs Jagernath vond het nodig om mij in een verklaring in bescherming te nemen. Uiteindelijk luwde de storm en Indra mocht – weliswaar als aangeschoten wild – bij de gratie van Dilip en Atta blijven.
Toen was internet nog een nieuw ding, dus ik kon vanuit Curaçao maar mondjesmaat volgen wat zich in Paramaribo voltrok. Gelukkig had filmgrootheid Pim alle knipsels uit De West en de Ware Tijd voor mij verzameld en in een grote enveloppe op de post gedaan, zodat ik het later allemaal rustig kon teruglezen.
Toen zag ik ook dat mijn naam was opgenomen in de illustere rubriek ‘Winied’, ook wel ‘Dingen van de dag’ van de Ware Tijd. Daarmee was eigenlijk ‘De Snijd’ geboren, want zo werd ik genoemd. Ik heb die naam vervolgens vijftien jaar in stilte in gedachten gehouden. In 2012 lanceerde deze krant ‘De Snijd en de politiek’, waarna het een jaartje of zes later simpelweg ‘De Snijd’ werd.
Dus de naam van mijn column heb ik echt te danken aan Indra, waarvoor ik haar postuum een grani wil geven. Overigens, ik heb na dat gedoe op Curaçao nauwelijks nog contact met haar gehad. Ze had er zo de pest over in dat ik haar bijna haar baantje had gekost, dus aan contact had ze duidelijk geen behoefte.
Echter, het liefst wil ik haar nu herinneren als de Indra, die geschiedenis schreef door de eerste vrouwelijke parlementsvoorzitter van Suriname te worden en daarmee een lans heeft gebroken voor vrouwen die na haar geschiedenis konden schrijven, met als voorlopig hoogtepunt tante Jenny.
armand.snijders@gmail.com
- Buitenlandse Zaken Palestina verwelkomt erkenning Palestina…..
- Wereld Vrede Dag – Rotary’s oproep tot vrede..
- Zubeen Garg (52) overlijdt na duikongeluk in Singapore..
- Surinames groene agenda en economische transitie centraal o…..
- Santokhi roept op tot nationale eenheid bij herdenking Lach…..
- Minister Bouva: Suriname verdient compensatie voor haar bos…..
- Column: De teloorgang van menselijkheid: van dichtbij huis …..
- Tot woede van Israël, Vier grote westerse landen erkennen P…..
- Santokhi vandaag in overleg met DNA over toetreding: ‘nu be…..
- Simons belooft diaspora versoepeling PSA-wet en benadrukt r…..
- Fransen draaien Bordo duimschroeven aan..
- Reyme wil kritische houding van het volk..
- Nog geen volledige registratie van kleine goudzoekers in Su…..
- Column: Borrelpraat no. 890..
- Bouva over algemene vergadering VN: ‘Goed voorbereid zodat …..
- Robinhood verliest glans in Caribisch clubvoetbal..
- Bouva: Suriname kiest voor dialoog en nationaal belang op V…..
- Stichting Vrienden van Suriname stuurt klavecimbel voor Eli…..
- Politieagent overlijdt plotseling tijdens kermis in Moengo..
- Opstoot bij kermis in Moengo: politie lost waarschuwingssch…..
- Nieuwe golf van geweld in Haïti: doden, ontvoeringen en bra…..