Huidige jongerenopvang in strijd met internationale en nationale kinder- en mensenrechtenverdragen

door

Minister Harish Monorath van Justitie en Politie erkent dat de huidige opvang van minderjarigen in strijd is met kinder- en mensenrechtenverdragen. Momenteel worden jongeren opgevangen in een gedeelte van Santo Boma, nadat zij via Opa Doelie zijn doorgeleid naar het Jeugdcorrectiecentrum (JCC). “Het is een gevangenis in een gevangenis,” stelt de minister. “Het is niet correct om hen daar onder te brengen.”
De kinderen verblijven er in ruimtes van ongeveer twee bij twee meter, voorzien van tralies. Volgens Monorath is deze situatie in strijd met internationale verdragen die Suriname heeft ondertekend. Op ongeveer twee kilometer afstand staat het gebouw waar de jongeren eigenlijk zouden moeten worden opgevangen, maar dat is nog steeds niet afgebouwd.
Ondanks verschillende initiatieven om het gebouw te voltooien, blijft de oplevering uit. Wel heeft het ministerie het terrein inmiddels schoongemaakt en is SRD 130.000 uit de zogenoemde boetekast gebruikt voor verfwerkzaamheden.
De minister hoopt dat de jongeren binnen zes maanden op een correcte manier ondergebracht kunnen worden. Zij gaan al geruime tijd naar school binnen het JCC en krijgen regulier onderwijs. Twintig jaar geleden was de prognose dat het centrum 96 kinderen zou moeten opvangen.
Volgens Monorath zou Suriname nu tussen de 21 en 25 jongeren moeten huisvesten, maar de actuele cijfers liggen vier keer zo hoog. “Het is een teken dat de criminaliteit niet zo is gegroeid als men destijds verwachtte. Er is geen exponentiële stijging,” aldus de minister.
In het kader van 50 jaar Srefidensi is bij de minister een verzoek ingediend om de jongeren een feestelijke dag te bezorgen. Hierop is SRD 15.400 vrijgemaakt. Monorath benadrukt dat ook kinderen in detentie aandacht verdienen tijdens de jubileumviering van de onafhankelijkheid. “Ondanks de fouten die zij hebben gemaakt, blijven het kinderen. Dit kan een positieve impact op hen hebben.”
De minister verduidelijkt dat alle gelden die voor de staat worden geïnd, in principe naar het ministerie van Financiën moeten worden overgemaakt. Voor boetegelden bestaat echter een specifieke beschikking, onder meer voor boetes op basis van artikel 100 van de Wet Economische Delicten. Via een vaste verdeelsleutel gaat 40 procent naar Justitie, 20 procent naar het Korps Politie Suriname (KPS), 20 procent naar de procureur-generaal en 20 procent naar Financiën.
Deze middelen worden gebruikt voor kleinere operationele uitgaven. Zo moeten medewerkers van Bureau Familierechtelijke Zaken (Bufaz) regelmatig naar Nickerie reizen; de reis- en verblijfskosten worden uit de boetekast betaald, net als bijvoorbeeld reparaties van autobanden. Volgens de minister moeten dit soort kosten contant kunnen worden voldaan.
The post Huidige jongerenopvang in strijd met internationale en nationale kinder- en mensenrechtenverdragen appeared first on Suriname suriname.