Hoofdkapitein Lesina: erkenning woongebieden marrons en tribale volkeren belangrijke mijlpaal

door

Het zou een belangrijke mijlpaal zijn als president Jennifer Simons op de Dag der Marrons, 10 oktober, de woongebieden van de marrons en tribale volkeren erkent, zegt hoofdkapitein John Lesina. “We kijken reikhalzend uit naar de erkenning van onze woongebieden. Deze goedkeuring is een voorloper naar de erkenning van het grondenrechtenvraagstuk,” aldus Lesina tegenover Suriname suriname, die deel uitmaakt van het kabinet van granman Bono Velantie van de Aucaners.
President Simons had op de derde dag na haar benoeming als president het traditioneel gezag uitgenodigd om te praten over onder andere de wet op grondenrechten. De stamhoofden van de verschillende marrongroepen en de inheemsen kregen van Simons de wet mee om te bestuderen.
Lesina geeft aan dat de Aucaanse stam ter plekke goedkeuring gaf aan het besluit: “De stam der Aucaners had niets meer te maken hiermee. Wij waren direct akkoord gegaan met het standpunt van de president. Het wachten was op de andere stamhoofden, want zij zouden overleg plegen met hun onderdanen en de president informeren. Maar verder hebben we nog niets vernomen,” aldus Lesina.
Tijdelijke bescherming van gronden
De huidige wet is volgens Lesina geen grondenrechtenwet, maar een wet die beschermde gebieden aanwijst. Het is een tijdelijke maatregel ter bescherming, in afwachting van definitieve regelgeving over grondenrechten. Het doel is te voorkomen dat concessies achter dorpen worden uitgegeven zonder medeweten van de gemeenschap.
Lesina legt uit dat president Simons haar handtekening zou zetten achter de wet, zodat er geen concessies meer kunnen worden uitgegeven zonder overleg met het dorpshoofd. “Wie in aanmerking wil komen voor een concessie, moet eerst contact opnemen met het dorpshoofd om hierover te praten,” aldus de hoofdkapitein.
“We wachten nog op de andere granmans. Sinds we uit elkaar zijn gegaan, hebben we niets meer van hen vernomen. Bij de herdenking van de Dag der Marrons zou dit een mooie gelegenheid zijn om de wet af te kondigen,” voegt Lesina toe.
“Verder hebben we niets meer gehoord, ook niet van president Simons. Dit is niet de grondwet die zij moet tekenen, maar een voorloper naar het grondenrechtenvraagstuk,” besluit hij.