Guyana verwacht dat het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in 2026 uitspraak doet in het slepende grensgeschil met Venezuela. Dat zegt Carl Greenidge, de vertegenwoordiger van Guyana bij het Hof in gesprek met de Guyanese media. “Deze zaak heeft al te lang geduurd. Ik zie geen enkele rechtvaardiging voor verdere vertragingen,” aldus Greenidge.
Volgens hem zal het Hof begin 2026 de schriftelijke stukken van beide landen bestuderen, waarna later dat jaar een beslissing wordt verwacht. “De kwesties zijn duidelijk. Er is geen reden voor nog meer uitstel,” voegde hij eraan toe.
Greenidge benadrukte dat Venezuela, ondanks “uitgebreide schriftelijke bijdragen” aan het Hof, heeft laten weten dat het de uitspraak niet zal accepteren. “Het gaat om een zaak die in 1899 al grondig is behandeld. Er is weinig nieuws onder de zon,” aldus Greenidge.
De Venezolaanse regering van president Nicolás Maduro ziet dat anders. Volgens Caracas was de Arbitraaluitspraak van 1899 — waarin de grens tussen Venezuela en het toenmalige Brits-Guiana werd vastgelegd — ‘onrechtvaardig’ en “product van koloniale manipulatie”. Venezuela stelt dat het grensgebied rond de Essequibo-rivier historisch tot haar grondgebied behoort en dat de beslissing destijds onder Britse druk tot stand kwam.
In 1962 verklaarde Venezuela de uitspraak van 1899 officieel nietig en begon het de Essequibo, goed voor ruim twee derde van het huidige Guyanese grondgebied, als betwist gebied aan te merken. De ontdekking van grote olievoorraden door ExxonMobil en andere bedrijven in het gebied heeft de spanning de afgelopen jaren verder opgevoerd.
Venezuela blijft van mening dat het Internationaal Gerechtshof niet bevoegd is om de zaak te behandelen, omdat het nooit heeft ingestemd met de rechtsgang in Den Haag. Caracas dringt aan op een bilaterale oplossing buiten de rechtbank om, onder toezicht van de Verenigde Naties.
Greenidge wijst dat standpunt resoluut af. “Het Hof heeft duidelijk vastgesteld dat het jurisdictie heeft. Het keert zelden terug op zo’n beslissing. Soms proberen partijen nieuwe claims in te dienen om tijd te rekken, maar in dit geval zou dat moeilijk te verantwoorden zijn,” zei hij.
Volgens de Guyanese vertegenwoordiger heeft nieuw historisch onderzoek de zaak van Guyana alleen maar versterkt. “Het onderzoek heeft onze argumenten verder onderbouwd,” verklaarde hij. “Je kunt dit niet oplossen door het Hof te vragen te oordelen op basis van wat moreel juist is. We weten dat onze zaak sterk is.”
De uitspraak van het ICJ zal bepalen of de Arbitraaluitspraak van 1899 — die al meer dan een eeuw de grens tussen de twee landen markeert — rechtsgeldig blijft. Wat de uitkomst ook wordt, zowel in Georgetown als in Caracas zal de beslissing grote politieke en economische gevolgen hebben.
- Binnen zes maanden moet werkgroep advies geven over toekoms…..
- Melkboeren leveren minder: VBS wil onderzoek naar MCP-probl…..
- Santokhi: ‘Wij zullen door dialoog, steeds staan voor het b…..
- Zal geduld de wonden van leraren helen?..
- LVV en OGM werken aan ‘klimaatbestendige, innovatieve en ec…..
- SLM-directeur blij om aandacht voor de luchtvaartsector..
- FIFA beslist: racisme tegen Natio kost El Salvador ruim 60.…..
- Santokhi plaatst vraagtekens achter begrotingstekort; VHP z…..
- Landbouw en milieu bundelen krachten voor duurzame toekomst..
- Powakka krijgt kerkgebouw..
- UNDP bezoekt districtscommissaris Coronie voor samenwerking…..
- Amerikaanse justitie wil minimaal elf jaar cel voor rapper …..
- SRD 6,3 miljard tekort voor begroting 2026..
- Simons: ‘De komende drie jaren zullen niet eenvoudig zijn…..
- SEOB: Inflatie stijgt naar 10 procent, druk op wisselkoers …..
- Energievoorziening blijft kwetsbaar..
- Jo-Ann Lecton..
- Ministers Noersalim en Brunings versterken samenwerking voo…..
- Zwakke eerstelijnszorg bedreigt levens en economie in Latij…..
- John Eric Anijs..
- UNDP sollicitaties..