De bevolking van Suriname heeft in de afgelopen jaren veel offers gebracht. Terwijl prijzen stegen, banen verdwenen en koopkracht afnam, bleef de hoop overeind, dat betere tijden zouden komen. Nu er nieuwe economische kansen aan de horizon verschijnen, vooral door de verwachte inkomsten uit de olie- en gassector, is het moment aangebroken om vooruit te kijken en denken. Dit is geen tijd om achterover te leunen, maar om plannen te maken die het leven van de bevolking structureel zullen verbeteren.
Te lang heeft Suriname van crisis naar crisis geleefd. Elke keer moest de bevolking inleveren: meer belasting, minder koopkracht, bezuinigingen op sociale voorzieningen. Dat alles met de belofte, dat er betere tijden zouden komen. Die belofte mag nu niet opnieuw een luchtkasteel blijken. De inkomsten uit olie en gas kunnen een zegen zijn, maar alleen als ze verstandig worden ingezet, niet als een nieuwe bron van snel geld. De geschiedenis biedt een harde les. In de bloeiperiode van de bauxietindustrie leek de welvaart in ons land oneindig. De inkomsten stroomden binnen, maar werden onvoldoende geïnvesteerd in duurzame ontwikkeling. Er werd nauwelijks ingezet op productie, onderwijs of technologie. En toen de bauxiet verdween, stond het land met lege handen. We mogen die fout niet herhalen. Olie en gas zijn eindige bronnen. Hun waarde ligt niet in het geld dat ze vandaag opleveren, maar in wat we ermee doen voor de toekomst. Wat Suriname nu nodig heeft, is een breed gedragen visie, hoe kunnen de olie-inkomsten worden gebruikt om armoede te verminderen, onderwijs te versterken en economische diversificatie te stimuleren? Dat betekent investeren in kennis, innovatie en infrastructuur, zodat jongeren in eigen land kansen krijgen. Het betekent ook dat transparantie en goed bestuur centraal moeten staan, zodat de opbrengsten niet wegvloeien in inefficiëntie of corruptie.
Olie kan een motor zijn voor vooruitgang, maar alleen als die motor wordt bestuurd met wijsheid en discipline. Suriname heeft een tweede kans gekregen, iets wat niet veel landen hebben. De vraag is of we de moed hebben om anders te handelen dan voorheen. De bevolking verdient niet alleen herstel, maar ook perspectief. De offers van de afgelopen jaren mogen niet tevergeefs zijn. Deze keer moeten we bouwen aan iets blijvends, een economie die draait op menselijk kapitaal, duurzaamheid en een rechtvaardige verdeling. Als we dat doen, wordt deze tweede kans niet zomaar een nieuw hoofdstuk, maar het begin van een beter verhaal.
The post EEN TWEEDE KANS DIE WE NIET MOGEN VERSPILLEN ..
- SITA certificeert 15 coaches en lanceert Cost Share Grant t…..
- Bewolkt begin van de week met kans op regen en onweer..
- Jah Cure krijgt zwaardere straf na hoger beroep rechtszaak …..
- Veroorzaker aanrijding tevens schutter aangehouden voor pog…..
- Botopasi 130 jaar..
- Trainingen museumwezen waardevol voor werkveld..
- President Simons naar Brazilië voor COP30..
- President Maduro: “De VS willen de grootste oliereserve ter…..
- India wint ICC Women’s World Cup 2025 met 52 runs verschi…..
- Zuid-Amerika: spanning in Argentinië en Brazilië..
- Bromfietser overleden op de Meursweg..
- BESCHOUWING — Suriname terug op internationale kapitaalmark…..
- Suriname betuigt medeleven met Caribische naties na verwoes…..
- Column: De stilte van Surinaamse vrede..
- Zeggen stoort zich aan selectieve kritiek rond vervolgingsb…..
- Regering herfinanciert buitenlandse schuld: geen nieuwe len…..
- Nabestaanden bezorgd: Uitvaartondernemer Hennep (her)start …..
- Oud-ambassadeur Kanhai vertrouwt op neutrale Surinaamse koe…..
- Column: Borrelpraat no. 896..
- Wees niet bang om NEE te zeggen tegen filmen!..
- Nationaal Leger ondersteunt MAS bij patrouilles op binnenwa…..