Tekst Edwien Bodjie
Beeld Collectie Taalunie
PARAMARIBO – “Het was een complete verrassing. Ik wist eerst niet waarvoor de prijs bedoeld was. Toen ik hoorde dat het om een bijdrage via taal en cultuur ging, begreep ik het”, zegt schrijfster en historisch verhalenverteller Cynthia McLeod in gesprek met de krant over de Ibisprijs die zij woensdag kreeg. De onderscheiding is een erkenning voor haar jarenlange inzet om de Surinaamse geschiedenis toegankelijk te maken via literatuur, onderzoek en educatie. De prijs werd tijdens een kleinschalige grani bij restaurant Spice Quest uitgereikt.
Hoewel McLeod als auteur en educator nationaal en internationaal wordt beschouwd als een sleutelfiguur in het (her)vertellen en duiden van Surinaamse geschiedenis, kwam voor haar de bekroning als een volslagen verrassing.
Meer dan lof Voor McLeod betekent de Ibisprijs die ze kreeg van de Taalunie in samenwerking met het directoraat Cultuur van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, méér dan lof. Het confronteert haar opnieuw met de verantwoordelijkheid die zij voelt om geschiedenis te blijven aanvullen, aanscherpen en uitleggen aan volgende generaties. “Het verleden is niet bedoeld om wonden open te krabben, maar om recht te doen aan waarheid. We moeten leren begrijpen wat werkelijk is gebeurd, zodat er geen leugens worden doorgegeven in onze gezinnen, scholen en samenleving.”
‘Ze legt uit dat veel gemengd-ras kinderen werden geboren uit witte vaders en tot slaaf gemaakte zwarte moeders.‘
Veertig jaar na het schrijven van haar debuutroman ‘Hoe duur was de suikjer’ blijft McLeod lezingen geven, publiceren en archieven bestuderen. De Ibisprijs ziet zij niet als bekroning van een afgesloten tijdperk, maar als stimulans om door te gaan met de taak waarmee zij ooit begon: de geschiedenis van Suriname teruggeven aan het Surinaamse volk. “Alles wat ik doe, doe ik zodat wij nooit meer hoeven te geloven wat een ander over ons vertelde. Wij moeten onze eigen geschiedenis kennen.”
Het boek is inmiddels veertig jaar geleden voor het eerst gepubliceerd en later verfilmd. Metdsitv werk doorbrak ze het eenzijdige perspectief van de koloniale geschiedschrijving die decennialang overheersend was. Surinamers kregen, volgens haar voor het eerst een literaire toegangspoort tot hun eigen historische context – gezien door Surinaamse ogen. “Vroeger leerden we niets over onze eigen achtergrond. En als we al iets leerden, was het geschreven vanuit het perspectief van de witte man die over ons schreef. Dit boek gaf eindelijk verhalen en gevoelens uit ons eigen collectief geheugen. Dáárom heeft het zoveel indruk gemaakt”, zegt de schrijfster over ‘Hoe duur was de suiker?McLeod zegt dat zij tijdens het schrijfproces niet had kunnen vermoeden dat haar boek decennia later nog steeds zou resoneren, ze er prijzen voor zou ontvangen en een blijvend onderdeel zou worden van Nederlandse en Surinaamse literatuurlijsten. “Je schrijft niet met de verwachting dat het geschiedenis gaat herschrijven. Maar het liet mensen iets voelen wat ze nooit eerder in woorden hadden gezien.”
Unieke sociale verhoudingen In het interview gaat McLeod uitgebreid in op de complexiteit van de Surinaamse slavernijperiode, waarbij zij stelt dat veel verhalen onvolledig, verkeerd geïnterpreteerd of bewust misvormd zijn gedocumenteerd. Ze noemt het cruciaal om te erkennen dat Suriname tijdens de koloniale periode een kleine samenleving was, waarin witte kolonisten sterk in de minderheid waren ten opzichte van de tot slaaf gemaakte Afrikaanse bevolking. Hierdoor ontstonden unieke sociale verhoudingen, die tot nu toe onvoldoende belicht worden.
‘McLeod onthult ook dat vlak vóór de afschaffing van de slavernij in 1863 de koloniale overheid plotseling de vrijkooptarieven extreem verlaagde en burgers actief opriep om verwanten vrij te maken.‘
Ze legt uit dat de basis van de trans-Atlantische slavernij gebouwd was op een “vervalste religieuze en pseudowetenschappelijke rechtvaardiging.” Om de morele spanning met hun eigen christelijke waardesysteem te verlichten, creëerden Europese machthebbers de doctrine dat “zwarten geen mensen waren.” Vanuit die ideologische misvorming volgden wetten die onderdrukking systematisch legaliseerden: tot slaaf gemaakte mensen mochten geen christendom aannemen, geen Europese kleding dragen en het Nederlands niet beheersen. “Alles was ontworpen om een mens tot eigendom te reduceren.”
Historisch misleidend Eén van de meest beladen misvattingen die volgens McLeod blijft circuleren, is dat vrijgemaakte en gekleurde Surinamers zelf slaven hielden uit winstbejag en statusdrang. Dat beeld is volgens haar volstrekt onvolledig en historisch misleidend. Ze legt uit dat veel gemengd-ras kinderen werden geboren uit witte vaders en tot slaaf gemaakte zwarte moeders. Ondanks soms erkende familiebanden, bleven deze kinderen slaaf, omdat wetgeving bepaalde dat de status van de moeder erfelijk was. Sommigen werden vrijgekocht, maar het vrijkopen van familieleden werd door de overheid vrijwel onmogelijk gemaakt door torenhoge kosten en strenge criteria. “Daarom namen vrije gekleurde mensen hun moeder, broer of zus bij zich als ‘slaaf’,” legt McLeod uit. “Niet om hen uit te buiten, maar juist om hun leven te verbeteren. Dat was de enige manier waarop zij hen konden beschermen. Dit is nooit eerlijk opgeschreven.” Ze noemt het schrijnend dat blanke historici deze situatie hebben geïnterpreteerd als bewijs van ‘imitatie van witte onderdrukking’. “Men schreef: ‘De vrije gekleurde bevolking toont zijn luxe door zich te omringen met slaven en slavinnen.’ Terwijl men precies wist waarom het gebeurde.” McLeod onthult ook dat vlak vóór de afschaffing van de slavernij in 1863 de koloniale overheid plotseling de vrijkooptarieven extreem verlaagde en burgers actief opriep om “verwanten vrij te maken”. Hierdoor werden binnen tien jaar meer tot slaaf gemaakte personen vrijgelaten dan in de gehele periode daarvoor.Het motief was volgens haar economisch – zelfs strategisch calculerend. Omdat deze vrijgemaakte personen juridisch niet meer als ‘bezit’ golden, hoefde de Nederlandse staat hun eigenaren niet te compenseren tijdens de wettelijke emancipatie. “Alle mensen die vóór 1 juli 1863 vrij waren gemaakt, vielen buiten financiële compensatie. De staat heeft zo anderhalf miljoen gulden uitgespaard. Dat moet men weten.”
- Arbeider overlijdt na instorting metalen wand in Avanavero..
- Jongeren verkennen geschiedenis en erfgoed tijdens interact…..
- Nog één nachtje slapen ..
- Santokhi betuigt medeleven aan weduwe van oud-president Ven…..
- Herinneringen aan RRV..
- Miss Suriname reist dit jaar niet af naar Miss Universe in …..
- Launch nieuwe Suripop kerstsongs..
- Suriname en China versterken bilaterale relatie..
- Jongeren herbeleven 50 jaar onafhankelijkheid met historisc…..
- Reactie op: Alleen onrechtmatige gronduitgiften worden niet…..
- Blokland dankbetuiging..
- Edward Jiet-Foei Tjoen..
- Ministerie TCT start herregistratie particuliere lijnbussen…..
- Kantonrechter bekijkt videobeelden roofmoord Doneghy Jones..
- Landveld: “RvC en directie SLM moeten eerst duidelijkheid g…..
- Jongeren vormen gigantische Surinaamse vlag op Onafhankelij…..
- Granman Bono Velantie: “Nieuwe grenswet moet historische re…..
- Parkeerchaos..
- Fernandes verrast klanten met vroege kerst en prijzenregen..
- Transvaal niet opgewassen tegen fysieke spel Voorwaarts..
- Suriname 50 Jaar Onafhankelijk: Vooruitgang komt niet vanze…..