Blijvende stemmen

KEVINS KIJK / Kevin Headley

In de groepsapp verscheen het bericht dat artiest D’Angelo is overleden. We kenden hem niet persoonlijk, maar het voelde alsof een vriend is heengegaan. Zijn muziek was namelijk verweven met een belangrijk deel van onze jeugd. We appen nog wat over hoe bijzonder zijn werk is: hoe hij durfde te experimenteren, grenzen te verleggen. En telkens wanneer zijn stem klinkt, worden we teruggevoerd naar die onbevangen tijd.

Aan het begin van de Van Sommelsdijckstraat, bij Torarica, tegenover het CBB-kantoor, stond Café Zanzibar. Rond mijn 25ste kwamen we er bijna elke vrijdagavond, soms ook op zaterdag. We dronken Parbo, aten bitterballen en af en toe hamburgers. Op vrijdag draaide een dj oldskool hiphop: Nas, Talib Kweli, Naughty by Nature – echte hiphop die je nergens anders in Suriname hoorde. “90s hiphop, Drum-‘n-bass funk, no radio hits, strictly ondrogron”, zoals Roberto Tjon A Meeuw, ook bekend als DJ Prepmatic, zegt. De dj’s draaiden op vinyl, dat was ook bijzonder.

“Sommige stemmen blijven spreken, ook als hun makers zijn verdwenen. D’Angelo was één van hen”

We zaten vaak met z’n drieën, altijd aan hetzelfde tafeltje. Op een gegeven moment waren we vaste gasten. Soms kwamen anderen erbij zitten, omdat het er gewoon gezellig was. Ik kende de dj’s, de serveersters, de eigenaar; het voelde als een kleine gemeenschap. Zelfs als het druk was, werd een tafel voor ons vrijgemaakt.

En er werd D’Angelo gedraaid. Niet alleen de hits, maar ook de minder bekende nummers – vol zoete klanken en diepe teksten. Muziek waarop je kon swingen, maar ook naar kon luisteren. Daarna voerden we lange gesprekken over hiphop, over hoe het genre zich ontwikkelde, over wat muziek met je kan doen.

We leerden er nieuwe mensen kennen. Meestal gingen we rond acht uur en bleven tot na middernacht. Na verloop van tijd kwamen we er minder vaak. De één bleef thuis met zijn vriendin, later vrouw, de ander had andere plannen. Soms ging ik alleen. Het was nog steeds gezellig, maar anders. Uiteindelijk besloot de eigenaar te stoppen en verkocht hij de zaak. Jammer, maar het was een mooie tijd. Soms mis ik het, al weet ik dat het precies paste bij die fase van mijn leven.

Zanzibar was meer dan een café. Het was een plek waar de tijd even leek stil te staan, waar we konden vergeten dat volwassen worden betekent: keuzes maken, verliezen incasseren, verantwoordelijkheid dragen. Daar, tussen het gerinkel van glazen en de soepele beats, voelde het alsof de nacht nooit zou eindigen. De stad leek kleiner, overzichtelijker, warmer.

Nu, jaren later, ruik ik soms ergens gefrituurde frieten of hoor ik een beat die eraan doet denken en ineens ben ik weer daar: op het terras van Zanzibar, onder de sterrenhemel, met een glas Parbo Bier in de hand en hiphopmuziek op de achtergrond.

Wanneer ik D’Angelo nu hoor, denk ik ook aan die avonden bij Zanzibar. Aan de vrijheid van een leeftijd waarop alles nog open ligt: de ene fase afgesloten, de volgende nog niet begonnen. Muziek vergaat niet, artiesten wel. Sommige stemmen blijven spreken, ook als hun makers zijn verdwenen. D’Angelo was één van hen.

headleydwt@gmail.com