Beloftes niet ingelost

DE REGERING ZIT zit nu ongeveer vier maanden aan het bewind en heeft haar eerste eigen begroting ingediend, die momenteel wordt behandeld in De Nationale Assemblee (DNA). Zoals altijd leveren de algemene politieke beschouwingen veel vuurwerk, alvorens werkelijk over te gaan tot de inhoudelijke behandeling van de conceptbegroting.Deze regering heeft echter een aantal zaken beloofd in het zeer summiere regeerakkoord dat door de coalitiepartijen is ondertekend. Enkele van deze beloften zijn sober bestuur, actief bestrijden van corruptie en aandacht voor volksgezondheid en onderwijs. Dit zou dus zichtbaar moeten zijn in de conceptbegroting.Econoom Winston Ramautarsing stelt terecht dat hij in de huidige conceptbegroting geen aandacht ziet voor de beloften uit het regeerakkoord. Zo is er van sober bestuur geen sprake, aangezien het begrotingstekort is toegenomen en de regering via de verkoop van dollarobligaties toch geld is gaan lenen. Volgens hem is hierin geen sprake van ‘kenki’, zoals deze regering had beloofd, maar eerder van het voortzetten van oude patronen.Enkele zaken die hij noemt, verdienen zeker aandacht. Investeringen en speciale aandacht voor het onderwijs zijn niet opgenomen in de begroting. Daarnaast rijst de vraag waar minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur Dirk Currie eigenlijk is. De bonden laten van zich horen, er zijn dringende vragen over diverse basale zaken, maar de minister is nergens te bekennen. Het lijkt alsof de president en vicepresident inspringen, maar een groot ministerie met zoveel problemen verdient een bewindsman die daadwerkelijk aanwezig is. Indien de minister ziek is, zou er gezocht moeten worden naar een vervanger. Zo kan het niet doorgaan.Het is goed dat de president waakt over de economische balans en daarom geen hoge salarisverhogingen wil toekennen aan onderwijsgevenden. Dat het plan om verlichting te brengen echter nog niet klaar is, maakt de situatie hopeloos. Terwijl de president, vicepresident, ministers en DNA-leden een riant salaris ontvangen, hebben veel onderwijsgevenden midden van de maand bij wijze van spreken niet eens geld over voor water en brood.Geduld vragen zonder een concreet plan is niet eerlijk. Ook is het onbegrijpelijk dat de regering het inkrimpen van het ambtenarenapparaat uitstelt. Ambtenaren die zich al jaren geleden hadden moeten registreren, krijgen opnieuw een kans om dit te doen. Waarvoor is dat in hemelsnaam nodig? Dit is juist een gelegenheid om het apparaat significant te verkleinen en het vrijgekomen geld te besteden aan onderwijsgevenden die dagelijks voor de klas staan om ‘de toekomst’ vorm te geven.Sober bestuur betekent niet alleen minder auto’s rijden en privileges ontzeggen. Het betekent ook verantwoord omgaan met andere staatsmiddelen, de tering naar de nering zetten en mensen aansporen spaarzaam te zijn. Dit geldt over de hele linie. Door dit niet te doen, ontstaat een gevoel van ongelijkheid, wat ruimte geeft voor protest en onbehagen. En dat is niet gezond in onze kleine samenleving.