SERIEUS!? / Ivan Cairo
Er zijn landen waar politieke leiders hun legitimiteit ontlenen aan daden. En er is Suriname, waar de nationale bestuurscultuur is verworden tot een olympische discipline in lippendienst. Suriname is over enkele weken vijftig jaar onafhankelijk en nog altijd klinkt de echo van zware woorden en lege handen. Onze politici kunnen praten, dat staat buiten kijf. Maar bouwen? Handhaven? Beschermen? Dat blijft al decennia in de sfeer van nobele intenties en theatrale verontwaardiging. Daar, precies daar, valt de stilte die het land al decennia duur komt te staan.
Neem Tigri. Sinds 1969 houdt Guyana ongemoeid een stuk Surinaams grondgebied bezet. Een halve eeuw van notities naar Georgetown, gekrenkte nationale trots en parlementsleden die op hoge toon beloven dat ditmaal de koe bij de horens wordt gevat. Elke oppositiepartij ontpopt zich steevast tot vlagzwaaiende held, klaar om ‘het nationale belang te verdedigen’. Tijdens de regering-Santokhi bepleitte NDP-fractieleider Parmessar zelfs een factfinding missie. Hij deed dat met zoveel pathos dat men de koffers al kon horen rammelen op Zanderij.
“We verdienen bestuurders met ruggengraat, niet echo’s in maatpakken of herrieschoppers in mantelpakjes”
Het bleef, vanzelfsprekend, bij woorden. Want zodra diezelfde borstkas neerplofte in het regeringspluche, verdampte de stoere toon als een plas regenwater op de Afobakadam. Het blijkt plots lastig om zelfs maar een simpele internationale strategie vorm te geven. Factfinding missies zijn veranderd fact–forgetting momenten. Van al dat patriottisme bleef alleen de retoriek overeind.
Want Tigri is niet slechts een grensdispuut. Het is onze politieke spiegel. En wat we zien is een land dat gewend is geraakt aan woorden als beleidsinstrument en aan stilte als oplossing. Een land waar men liever wacht tot wereldkaarten ons vergeten dan dat we onze eigen soevereiniteit ooit eens krachtig claimen. Het nationale geheugen is lang – maar het politieke geheugen is kort en selectief.
Nu mopperen we massaal wanneer een Nederlands boekomslag de internationale realiteit van de landsgrenzen bevestigt. We sturen boze ingezonden stukken naar de media, maar doen geen stappen naar internationale arbitrage. We praten over soevereiniteit, maar oefenen geen gezag uit. Lippendienst, maar dan verpakt in vlag en volkslied.
En terwijl we naar het zuidwesten zwaaien met morele verontwaardiging, verkoopt de kustvlakte zichzelf. Letterlijk. Grond, ons kostbaarste collectieve bezit, wordt al jaren in achterkamers uitgedeeld alsof het om kortingsbonnen bij de slager gaat.
Onze bodem, die ooit symbool was van toekomst en belofte, wordt nu verhandeld in achterkamers en notariële schaduwhoeken. Het Leonsberg-schandaal is slechts het nieuwste voorbeeld: een publieke aanmeersteiger – levenslijn voor honderden boothouders – op het nippertje vóór de verkiezingen in particuliere handen geschoven. Pure brutaliteit.
De Rekenkamer haalde in augustus de sloophamer boven: alle gronduitgifte van 2023 onrechtmatig. Niet een paar. Niet de helft. Allemaal. En toch staan politici recht voor de camera te fulmineren over ‘onaanvaardbare praktijken’, alsof het niet hún partijen, hun kabinetten, hun vrienden en hun stichtingen met namen zoals ‘Dikin’ waren die zelf vrolijk dezelfde route bewandelden.
De hypocrisie is niet subtiel. Ze is luid, zelfverzekerd en komt met een glimlach. Plots worden dezelfde politici die jarenlang hebben geprofiteerd van het systeem nu de hoeders van moraliteit. Eenzelfde theatrale verontwaardiging die we kennen van Tigri: ferme taal, een beetje show, nul consequenties.
Het volk verdient geen toneelstuk meer. Geen haastige persconferenties, geen tranentrekkende verklaringen over ‘orde scheppen’ en ‘publiek belang herstellen’. Meer dan ingezonden stoerdoenerij in de kranten, op nieuwssites en tijdens spoedoverleggen vol tv-camera’s.
We verdienen bestuurders met ruggengraat, niet echo’s in maatpakken of herrieschoppers in mantelpakjes. Wie grond uitgeeft buiten de wet? Vervolgen. Wie patriotisme preekt maar anders handelt of gelaten toekijkt? Ontmaskeren.
We verdienen een staat die weet wat verantwoordelijkheid betekent. Een parlement dat wetten maakt én handhaaft. Een kabinet dat grenzen – territoriaal én moreel – verdedigt met meer dan stevige zinnen. Dat de minister van grondzaken belooft de Leonsberg-uitgifte terug te draaien, is een begin. Maar Surinamers kennen dit script. Eerst het vuur van morele verontwaardiging, dan het vertrouwde slotakkoord: commissies, beloftes, stilte.
Lippendienst bouwt geen land. Het beschermt geen kust, geen grens, geen openbare steiger. En zeker geen toekomst. Daden wel. Het is tijd dat Surinaamse politici ontdekken wat elke burger allang weet: woorden zijn gratis. Integriteit niet. Daden nog minder. En soevereiniteit – van land én vertrouwen – win je niet met praatjes, maar met ruggengraat.
ivancairo@yahoo.com
- Kind speelt met aansteker: woning aan Rufferweg volledig af…..
- Vrouwelijke arrestant kort na ontvluchting wederom aangehou…..
- Het Korps Politie Suriname feliciteert lichting 1 november …..
- Vierentwintig cursisten behalen certificaat Verpleeghulp..
- Recidivisten aangehouden na gewelddadige diefstal tijdens s…..
- Gronduitgifte..
- Verdachten moord op Peterhof naar Suriname gevlucht..
- Stof tot nadenken..
- Ajintoena: ‘We vergeten niet wat er daar is gebeurd’..
- SURGE-Project versterkt ondernemerschap met Business Develo…..
- Naks eert twaalf Surinaamse iconen met kalender en expositi…..
- Gevluchte arrestante in moordzaak Hermelijn weer opgepakt..
- MIA lanceert Red Alert voor 20-jarige Megory Pansa..
- Jarige Hakrinbank draagt SRD 2 miljoen bij voor viering 50 …..
- Gas-to-Shore project SU deel 2..
- Moordverdachte vrouw glipt weg uit cel: klopjacht geopend..
- Klopjacht op voortvluchtige vrouw in moordzaak Hermelijn na…..
- Suriname zet nieuwe stap in klimaattraject met validatie ND…..
- Botopasi viert 130-jarig bestaan met christelijke festivite…..
- Monorath denkt aan commercialisering van bepaalde diensten..
- Jaarinflatie stijgt licht naar 10,7 procent in september..