Wat gebeurt er als je als wit persoon door het leven gaat, terwijl je familiegeschiedenis iets anders vertelt? De Nederlandse journalist en historica Liesbeth Smit (51) leefde veertig jaar lang in de overtuiging dat ze volledig ‘wit’ was. Haar grootmoeder van moederszijde was Surinaams, maar sprak zelden over haar land van herkomst. Haar leven speelde zich in het ‘hier en nu’ af en liefst zo Nederlands mogelijk.
Tekst en beeld Audry Wajwakana
“Als kind had ik dus twee werelden, maar er werd nooit echt uitgelegd hoe het precies zat met de Surinaamse kant”, zegt ze. In haar memoir ‘Aan ons is niets meer te zien’ gaat Smit op zoek naar de wortels die ze lange tijd niet kende. Haar familiezoektocht naar een Creoolse grootmoeder ontvouwt zich tot een veel breder verhaal over stadsslavernij, koloniaal Nederland en de blijvende effecten van het slavernijverleden op identiteit, schaamte en maatschappelijke ongelijkheid.
KennismakingOver Suriname werd thuis niet gesproken, maar de Surinaamse gewoonten waren er wel. In het eten en in de manier van praten. Alleen de herkomst ervan bleef onbesproken. Tot Smit in 1996 voor het eerst naar Suriname kwam. Ze had toen een relatie met een fysiotherapeut die er woonde. In Paramaribo ging ze aan de slag als journalist bij Kompas magazine en het avondblad De West. Ze herinnert zich hoe de kennismaking met het land voelde. “Er was zoveel herkenning in de geuren, het eten en de manier van doen in mijn familie. Ik kom ook hier vandaan, voelde ik”, zegt ze enthousiast. Veel van haar familie was na of net voor de onafhankelijkheid naar Nederland vertrokken en in de jaren tachtig volgden er nog meer. Het gevoel dat ze deels ook Suriname is, liet haar nooit meer los. Na een jaar in Suriname besloot ze geschiedenis te studeren en vertrok terug naar Nederland en haar leven gaat z’n gangetje. Rond haar veertigste begon ze te vragen, hoe het precies zat binnen de familie. De antwoorden die ze kreeg, verschilden steeds. Als historicus wilde ze de mondelinge overleveringen toetsen aan feiten. Vier jaar geleden begon ze daarom op eigen kosten een serieus onderzoek. Ze dook in archieven, sprak met familie, bestudeerde oude ’s van haar oma uit Suriname.
DoorbraakpuntSmit ontdekte dat haar oma, Augusta Bergen, Creools was, geboren in 1906 en in 1930 met het stoomschip Cottica naar Nederland gegaan. Bergen was een lichtbruine vrouw die in Nederland te maken kreeg met aanrakingen, nageroepen worden en nare opmerkingen. Ze hield bewust haar Surinaamse afkomst grotendeels verborgen en presenteerde zich in het dagelijks leven als Nederlands. Jaren later, rond haar vijftigste, besloot Smit dat het tijd was om te weten wat er werkelijk gebeurd was. Met een achtergrond in geschiedenis voelde zij de plicht om mondelinge overleveringen aan bronnen te toetsen. Ze startte een intensief onderzoek, zowel in Nederland als Suriname met veel bronnenonderzoek, gesprekken, familie’s en archiefwerk. Ze kreeg hulp van archivarissen en onderzoekers zoals Hilde Neus. Na jaren van puzzelen en controleren concludeerde ze in februari 2023 dat ze genoeg materiaal had om terug te keren naar Suriname en de verhalen hier te plaatsen.
Het belangrijkste genealogische doorbraakpunt in Smit’s onderzoek is de lijn terug naar haar oermoeder: Bergina Bergen, geboren in 1828. Ze was huisbediende, een tot slaaf gemaakte in het beroemde Hoekhuis aan de Waterkant, in dienst bij de prominente familie Nicolaas Box en zijn vrouw Anna Flu. Bergina Bergen werd – zo blijkt uit het onderzoek – vrijgekocht en kreeg later zes kinderen, onder wie een dochter, Elisa. Het verhaal rond Elisa is dat ze als kleintje van twee jaar werd meegenomen naar Nederland en is later als vrouw van stand afgebeeld op een portret (gevonden in het archief van Gouda). Dit portret heeft de auteur ook in het boek geplaatst. Smit reconstrueerde hoe Bergina Bergen en haar kinderen in meerdere stappen uit slavernij raakten. Vrijkoping van meerdere kinderen, de geboorte van een zoon (George) die al in vrijheid werd geboren, en een familiale lijn die uiteindelijk naar Nederland migreerde. Voor Smit fungeert het Hoekhuis niet alleen als geboorteplaats van haar voormoeder maar als een venster op een bredere geschiedenis. In de geschiedenis van het Hoekhuis komen prominente bewoners voor, rechtszaken en beslissingen die het lot van mensen bepaalden. Vermeld worden namen als Kojo, Mentor en Present en hun executie, die de lezer terugvoeren naar lokale spanningen uit 1821. Smit belicht met name de stadsslavernij. “Hoe luxe stedelijke huishoudens plekken vormden waar seksuele dwang, concubinaat en een specifieke dynamiek van afhankelijkheid en belofte bestonden”, zegt ze. Smit laat zien dat discussies over slavernij teveel gericht zijn op plantagepraktijken en dat de stedelijke context, met haar huiselijke intimiteit en machtsverhoudingen, net zo essentieel is om te begrijpen.
Toetsing
Een terugkerend thema in Smit’s verhaal is schaamte: binnen haar familie werd over afstamming en slavernijverleden gezwegen. Tegelijkertijd trekt ze uiterlijk een scheidslijn: Smit zegt zelf: “Ik ben ook nog eens een keer wit.” Ze begrijpt de paradox dat uiterlijk bepaalt hoe anderen haar inschatten, terwijl haar familiegeschiedenis toch diep Surinaams is. Daaruit komt de titel van het boek ‘Aan ons is niets meer te zien’, voort, een pijnlijke constatering dat voor velen de zichtbare kenmerken niet vertellen wat er onder de oppervlakte leeft. Smit worstelt zelf met die dubbelzinnig positie: niet helemaal Surinaams, maar ook niet louter Nederlands; een persoon die middenin staat en daarom zowel toegang als afstand ervaart tot beide gemeenschappen. Als historicus maakte Smit expliciet de keuze om mondelinge overleveringen te toetsen aan archiefmateriaal en ’s, en ze werkte nauw samen met onderzoekers en archivarissen. Dat leidde tot onverwachte vondsten: ’s van Elisa, akten die vrijkoping en gezinssamenstelling bevestigden, en aanwijzingen over de sociale elite die betrokken was bij deze relaties. Smit benadrukt dat veel familieverhalen onvolledig of gekleurd zijn en dat het werk van de historicus erin bestaat nuance aan te brengen. “Vaststellen wat kan worden bewezen, wat aannemelijk is en wat speculatief blijft”, zegt ze. Het boek eindigt niet als familieonderzoek. Smit ziet haar werk als een daad van restitutie richting haar familie: het teruggeven van kennis, samenhang en waardigheid. Voor haar moeder en andere familieleden viel veel op zijn plaats. Maar Smit plaatst haar persoonlijke bevindingen ook in een breder sociaal-politiek kader. Ze verwijst naar de structurele achterstanden onder Afro-Surinamers en suggereert dat veel hedendaagse maatschappelijke problemen (economische achterstand, psychologische littekens, eenoudergezinnen) terug te voeren zijn tot diepingrijpende en langdurige koloniale processen.
Onafhankelijk werkenZe verbindt het persoonlijke met beleidsvraagstukken: pleidooien voor herstel, erkenning en aandacht voor familie-trauma’s – thema’s die ook terugkeren in publieke discussies over herstelbetalingen en erfenissen van kolonialisme. Smit koos bewust om onafhankelijk te werken. “Geen subsidies, geen directe sponsoren, die autonomie geeft mij het gevoel dat het verhaal authentiek is.” Het boek werd in Nederland goed ontvangen. “Er waren reacties van prominente Surinaamse stemmen die het werk waardeerden”, zegt ze. Toen Smit in februari 2023 terugkeerde naar Paramaribo om plaatsen te bezoeken die in haar archiefonderzoek centraal stonden, viel haar bezoek samen met gewelddadige rellen, waarbij ook het Hoekhuis schade opliep door brand. Twee dagen voor haar vertrek had ze nog een afspraak weten te maken om het pand te bezoeken. Een afspraak die door onverwachte en ingrijpende gebeurtenissen in de stad werd doorkruist. Smit bezocht het pand een dag na de brand en beschouwt die ervaring als één van de spirituele en emotionele hoogtepunten van haar onderzoek.
Smit zelf omschrijft het boek als een daad van emancipatie, een restitutie van erkenning voor voorouders die in stilte en anonimiteit leefden. Met eigen middelen, eigen pen en historisch onderzoek heeft ze een genealogisch en maatschappelijk dossier samengebracht dat zowel familie als breed publiek kan raken.
- Wereldkampioenschappen voorbij voor Surinaamse taekwondoka’…..
- Advocaatkosten SBB-bestuur ruim USD 9.000; rekening naar be…..
- Vader en zoon Mohamed op borgtocht vrij na Amerikaanse uitl…..
- 50 jaar recht, bestuur en veiligheid..
- 15 overheidsfunctionarissen getraind in herkenning document…..
- Nieuwe generatie tactische leiders sluit officiersopleiding…..
- President Simons: “Alle kinderen tellen mee in Suriname…..
- Regering tevreden over verloop tenderprocedure schuldpapier..
- Bouw nieuwe DNA-zaal hervat ondanks waarschuwing UNESCO..
- Minister Huur vraagt nog geduld van personeel RO..
- Politieambtenaar lost waarschuwingsschot bij geweldsinciden…..
- Stichting Faithful Care doneert aan afdeling vrouw Santo Bo…..
- Nieuwe stap naar exportgroei met Cost Sharing Grant en gece…..
- Koning Willem-Alexander zal Suriname Museum openen..
- Goede: herstel van luchtvaartsector absolute prioriteit..
- Halloween met spanning, stijl en spektakel..
- Guyanese zakenmannen Azruddin en Nazar Mohamed op borg vrij…..
- Nationaal Leger telt 18 nieuw opgeleide officieren..
- Comvalius: ‘Zorgfonds dwingt burgers tot schulden voor medi…..
- Stichting 8 december: ‘Respecteer de slachtoffers, niet de …..
- LVV versterkt diergezondheidszorg met implementatie van het…..