Suriname presenteert definitief klimaatkader NDC 3.0

Tekst en beeld Edwien Bodjie

PARAMARIBO — “Natuurlijk willen wij dat olie en gas een belangrijke rol gaan spelen als stabilisator aan het begin van een nieuw Suriname. Maar het doel is duurzame industrieën, duurzame apparaten, een duurzame overheid en duurzaam onderwijs. Dat is de richting waarin we willen bewegen.” Deze woorden sprak minister Patrick Brunings van Olie, Gas en Milieu (OGM) dinsdag (vandaag) tijdens de presentatie van de Third Nationally Determined Contribution (NDC 3.0) in Ballroom Prince. De NDC 3.0 vormt het nationale kader voor de klimaatdoelen tussen 2025 en 2035.

De bijeenkomst was de Final Validation Session in het traject naar de definitieve versie van het document. Hiermee zet Suriname een nieuwe stap in zijn klimaatbeleid. De sessie was het sluitstuk van maandenlange consultaties met verschillende sectoren, onder coördinatie van OGM en met ondersteuning van het UNDP Climate Promise-programma. Het document beschrijft hoe Suriname de uitstoot van broeikasgassen wil beperken, zich wil aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en een ‘rechtvaardige transitie’ wil waarborgen voor alle burgers.

“Alleen met samenwerking kunnen we een duurzaam en veerkrachtig Suriname bouwen”

Duurzame koers na olie en gas

Brunings noemde de NDC 3.0 een belangrijke stap in het bouwen aan “een duurzaam Suriname na olie en gas”. Volgens hem zal de nieuwe energiesector een tijdelijke rol spelen in het versterken van de economie, maar moet het land nu al investeren in groene alternatieven.

Suriname is één van de weinige landen ter wereld die nog steeds carbon negative is: het land neemt meer CO₂ op dan het uitstoot, dankzij de uitgestrekte bossen. “We mogen daar trots op zijn, maar we moeten hard werken om het zo te houden”, waarschuwde de minister. “De nieuwe NDC laat duidelijk zien hoe we moeten investeren om de effecten van klimaatverandering te minimaliseren. Adaptatie, mitigatie en just transition zijn de drie pijlers waarop dit beleid rust.”

Brede betrokkenheid

Volgens Brunings is de NDC 3.0 geen document van één ministerie, maar een nationale inspanning. “Elk ministerie heeft input geleverd en zal dit document moeten gebruiken in de verdere uitvoering van beleid. Het kan dienen als leidraad voor meerjarenplannen”, legde hij uit.

De NDC vormt volgens hem een praktisch instrument dat niet alleen richtlijnen bevat, maar ook concrete doelen en investeringsvoorstellen voor de komende tien jaar. De minister sprak zijn waardering uit voor de deskundigen, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van de private sector die de afgelopen maanden feedback leverden. “Het was soms een uitdaging om alle reacties te groeperen en goed te formuleren”, zei hij. “Maar jullie zullen zien hoe de bijdragen zijn samengebracht in dit document. Suriname mag trots zijn op het resultaat.”

Van validatie naar implementatie

De validatiesessie van dinsdag was de laatste in een reeks nationale consultaties. Aan de hand van de feedback uit deze bijeenkomst wordt de definitieve versie van het NDC 3.0-document vastgesteld. Brunings kondigde aan dat het document woensdag officieel zal worden aangeboden aan president Jennifer Geerlings-Simons en het kabinet, waarna het als formeel staatsdocument wordt ingediend bij de Verenigde Naties.

Hij noemde de derde editie van de NDC “een enorme verbetering” ten opzichte van de vorige versie. “Het is gedetailleerder, beter onderbouwd en realistischer. Het vergt misschien wat tijd om door te nemen, maar het biedt een helder beeld van hoe wij Suriname willen beschermen en voorbereiden op de toekomst.”

Inspiratie voor regio

Suriname zal zijn NDC 3.0-document internationaal presenteren. “We willen het showcasen bij de komende klimaattop”, onthulde Brunings. “Niet alleen om te laten zien wat wij hebben bereikt, maar ook om andere landen te inspireren. Hoe beter ons document, hoe sterker ons gereedschap in de strijd tegen opwarming van de aarde.”

De minister besloot zijn toespraak met een oproep tot samenwerking: “Dit document is niet het einde, maar het begin van een gezamenlijke inspanning. Alleen met samenwerking kunnen we een duurzaam en veerkrachtig Suriname bouwen.”

...