1965-2025: Zestig jaar geleden werden in Coronie raketten gelanceerd

Vergeten hoofdstuk in Surinaamse geschiedenis

Vandaag 18 september, precies zestig jaar geleden, omstreeks half zeven ’s avonds, werd de stilte boven het district Coronie doorbroken door een oorverdovende knal. Een vuurzuil schoot de lucht in vanaf het vliegveld van Totness. Voor het eerst in de geschiedenis van Suriname werd een raket gelanceerd en dat gebeurde niet in Paramaribo, maar in het toen ogenschijnlijk rustige en geïsoleerde Coronie. Een historisch moment dat Suriname voor even op de wereldkaart zette en Coronie een verhaal naliet dat nog altijd ongeloof oproept, maar wel degelijk waar is. Totaal gingen vier Nike-Apache-raketten de lucht in.

Tekst Gilliamo Orban

Beeld coronie.eu & Gilliamo Orban

De inmiddels 85-jarige Jaap Mulder, toen 25 jaar en één van de drie jonge medewerkers van het Laboratorium voor Ruimteonderzoek (LRO) van de Rijksuniversiteit Utrecht, blikt vanuit Nederland terug. Hij reageerde via e-mail op vragen van de Ware Tijd. “We stonden met zijn vieren, de vierde persoon was van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), achter een stapel zandzakken, tachtig meter van de raket verwijderd. Dan dat aftellen: ‘tien, negen, acht… en dan ineens vuur’. Een oorverdovend lawaai, de grond die trilde. Je vergeet zoiets nooit meer.”

(lees verder onder de )

Op veilige afstand werd de lancering van de eerste raket gadegeslagen door Maseland, Van Gils, Vesseur en Jaap Mulder.

“We hebben in de tropen, met minimale middelen, een technisch huzarenstukje geleverd. Dat is iets om nooit te vergeten”Jaap Mulder

Aanloop ruimteonderzoek

Het ruimteonderzoeksproject werd geïnitieerd door het KNMI in samenwerking met de Meteorologische Dienst Suriname, LRO en met steun van het toenmalige ministerie van Wetenschap in Nederland. De Franse ruimtevaartorganisatie CNES leverde onderdelen voor de neuskegels en het Amerikaanse ruimtevaartcentrum Nasa verzorgde de training van de jonge onderzoekers.

Mulder schetst de aanloop. “Na de Nasa-opleiding in de VS begin 1965, de logistiek in Nederland, het regelen van alle benodigdheden en de begeleiding van het militaire transport vanuit Paramaribo met een overnachting op de rivier van Jenny naar Totness, begon het echte werk. De opbouw, montage en afstelling, de installatie van de twee rakettrappen, de bedrading naar de generator van de Tris (Troepenmacht in Suriname – wat later het Nationaal Leger werd, … red.) en het monteren van de ontstekers met zijn tweeën, op tien meter hoogte. Dat was best spannend.” De medewerking van de toenmalige regering was van groot belang.

(lees verder onder de )

De verschillende onderdelen worden gecheckt door de toen 25-jarige Jaap Mulder.

De voorbereidingen voor elke lancering duurden dagen. In houten kisten lagen tientallen onderdelen, meetinstrumenten en ontstekers opgeslagen. De raketten zelf waren indrukwekkend: tweetrapsmodellen, acht tot negen meter lang en met een diameter van vijftig centimeter.

Voor Mulder was het project bovenal een technische uitdaging. “We hadden nauwelijks faciliteiten. Alles moest worden geïmproviseerd. In de VS hadden we tijdens onze opleiding dagelijks raketten afgeschoten, maar hier deden we het met beperkte middelen in de rimboe. Toen die eerste raket omhoogging, voelde ik pure opluchting en trots. We hadden het geflikt.”

(lees verder onder de )

Alles werd minutieus gecheckt, voordat kon worden overgegaan tot het lanceren van de raketten.

De keus voor Coronie

De lanceringen waren geen ruimtevaart in de zin van bemande missies, maar ruimteonderzoek. Het KNMI wilde weten hoe de windstromen in de bovenste luchtlagen zich gedroegen. Voor dat onderzoek werden de vier surplus Nike-Apache-raketten van het Amerikaanse leger ingezet. “Coronie werd niet gekozen uit euforie of symboliek, maar uit noodzaak”, legt jurist en schrijver Herwin Hooplot uit.

Via zijn website coronie.eu legt hij al veertien jaar de geschiedenis van de raketlanceringen vast, aangezien de gebeurtenis in de vergeethoek was geraakt. Voor detailinformatie zoals geluidsfragmenten van de lanceringen, en sfeer kan het publiek de website bezoeken.

Hooplot groeide op in Coronie en heeft het voorwerk voor de lancering als twaalfjarige jongen nog gezien. “In augustus, een maand vóór de lanceringen, verhuisde ik met mijn ouders naar Paramaribo. Ik heb hierdoor de lanceringen zelf niet meegemaakt, maar de voorbereidingen wel, vooral de aanwezigheid van Tris-militairen, die de raketten moesten bewaken.”

Ze moesten volgens zijn onderzoek in zuidelijke richting worden afgevuurd, waardoor de eerste trap in de Coroniezwamp viel en de tweede in het onbewoonde gebied tussen het Bakhuysgebergte en de Emmaketen. Coronie was dus het meest veilige district. “Een eer van twijfelachtig allooi”, zegt Hooplot met enige ironie.

(lees verder onder de )

Herwin Hooplot (l), Robby Vriesde (m) en Winston Tjon A Loi (r) halen herinneringen naar boven op de plek waar in 1965 de raketten werden gelanceerd.

Vrees voor ongelukken

Bewoners van Coronie wisten niet goed wat hen te wachten stond. Er was wel enige voorlichting geweest, maar de impact van een raketlancering had niemand zich kunnen voorstellen. Televisie en internet waren er toen nog niet. Mulder: “Voor veel bewoners kwam het als een schok. Eerst stilte, dan plots dat enorme lawaai, de felle gloed, honden die aansloegen. Daarna zagen ze die vreemde oranje wolk hoog aan de hemel. Het was alsof de hemel even openging.”

Hooplot bevestigt dat er in de aanloop weinig enthousiasme te bespeuren was. “Ik herinner me geen enkele vorm van euforie. Pas na de eerste lancering begrepen de mensen beter wat er gaande was. Maar trots of verbondenheid was er niet meteen, eerder bezorgdheid over de veiligheid.”

Na de eerste lancering sloeg volgens Mulder de sfeer om. De nieuwsgierigheid won het van de angst en steeds meer mensen volgden de voorbereiding vanaf een afstand. Toch mochten de bewoners niet dichtbij komen. “De Tris hield iedereen kilometers verderop. Alleen ons team had toegang tot de lanceerzone”, herinnert de wetenschapper zich.

(lees verder onder de )

Winston Tjon A Loi van Coronie wijst naar de plek waar het platform van de raketten was.

Wereldnieuws

Toch was Coronie in september 1965 even wereldnieuws. Vier raketten gingen de lucht in: de eerste op 18 september ‘s avonds, de tweede op 21 en de derde op 24 september in de vroege ochtend en de vierde op 27 september ‘s avonds. Buitenlandse wetenschappers van het Franse Nationale Centrum voor Ruimtestudie waren aanwezig. “Je moet je voorstellen dat ministers en zelfs premier Johan Pengel kwamen kijken naar de voorbereidingen. En in Paramaribo herkenden mensen me later op straat van de ’s in de krant en van het journaal. Mijn vrouw en schoonvader waren apetrots”, schrijft Mulder.

“Veel mensen denken nog steeds dat het een grap is, een Coronman mop. Maar het is wel gebeurd”Herwin Hooplot

Na de vierde lancering was het voorbij. Het project had zijn doel bereikt: bevestiging van de metingen van Meteo Suriname in de hoogste luchtlagen. Er waren geen plannen voor een permanente basis. Hooplot: “Er doen veel wilde verhalen de ronde, alsof Coronie de concurrent van Kourou had kunnen worden, maar dat klopt niet. Het was een eenmalig experiment, niets meer en niets minder.” Ook Mulder bevestigt dat het ging om een eenmalig project.

Vandaag weten maar weinigen dat Suriname zestig jaar geleden een rol speelde in internationaal ruimteonderzoek. Vandaar dat Hooplot zich blijft inzetten om via zijn webpagina de mensen voortdurend te informeren. Zodra hij nieuwe info heeft, plaatst hij deze op zijn website. “Veel mensen denken nog steeds dat het een grap is, een Coronman mop. Maar het is wel gebeurd. Misschien beseffen Coronianen vandaag meer dan toen dat hun district iets unieks heeft meegemaakt.”

Mulder sluit zijn e-mail aan de krant af met een gevoel van voldoening: “We hebben in de tropen, met minimale middelen, een technisch huzarenstukje geleverd. Dat is iets om nooit te vergeten.”

Jaap Mulder, nu 85 jaar, denkt nog steeds met genoegen terug aan de historische raketlanceringen van 1965 in Coronie.